Versnellingen
Kies een versnelling:
1. Laag (A) (4 – 6 km/u)
Binnenshuis, winkels etc.
2. Middel (B) (7 – 11 km/u)
In drukke straten etc.
3. Hoog (C) (9 – 17 km/u)
Op rustige wegen etc.
Vooruit en achteruit rijden
1. Knijp de hendel (A) langzaam in, de
scootmobiel gaat rijden.
2. Knijp de hendel verder in, de
scootmobiel gaat sneller rijden.
3. Laat de hendel los. De scootmobiel
stopt. De remlichten lichten op.
4. Gebruik de hendel (B) om achteruit
te rijden.
Opmerking
Op verzoek kan de dealer de
bediening wijzigen.
19