NL
2. Installeer wandstation
2.7
Meet de diameter van de voedingskabel en snijd de
juiste diameter uit van de rubberen dichting om de
voedingskabel en optische gegevenskabels door te
kunnen voeren.
Opmerking: Spanningsontlaster en rubberen afdichting
worden geleverd in een aparte zak in de doos.
2.8
Voer de voedingslijn en optionele gegevensbedrading
door de rubberen dichting.
De totale lengte van de voedingslijn die door de rubberen
dichting werd gevoerd, moet 180 mm bedragen.
Ontmantel de voedingsdraad over een lengte van 130 mm.
Gebruik bij samengeslagen (flexibele ) bedrading, draad
en sleuven met een kabelschoenlengte van 12-15 mm en
gebruik een rechte krimp om optimaal te passen op de
aansluitklemmen.
2.9
Monteer de spanningsontlaster.
Afhankelijk van de dikte van de voedingsdraad, gebruikt
u de kleine of grote diameter van de spanningsontlaster.
Draai de symmetrische delen eenvoudigweg om een
andere diameter van de spanningsontlaster te verkrijgen.
De spanningsontlaster biedt ook plaats
voor extra datakabels aan beide kanten
(bv. UTP/CAT5E/CAT6).
Optionele datakabel
Voedingskabel
Optionele datakabel
14
Klein
Groot
x mm