Inhoudsopgave
Advertenties
IN STEL L ING EN
Druk op de knop SETTINGS voor toegang tot de basisinstellingen. U kunt door de basisinstel-
lingen navigeren met de knoppen omhoog en omlaag. De waarde van de geselecteerde instel-
ling wordt op het scherm weergegeven. U kunt de waarde wijzigen met de plus (+) en minus (-)
toetsen. Als de knoppen omhoog / omlaag en +/- ingedrukt houdt veranderen de opties en
waarden snel.
Druk eenmaal op de knop SETTINGS of de knop PP om de instellingen te sluiten. De instellingen
worden na ongeveer 8 seconden beëindigd en het apparaat keert terug naar het modus venster.
OPMERKING: Bepaalde instellingen zijn modusspecifiek en kunnen dus niet in andere modi
worden geselecteerd.
GAIN
Gain is de diepte-instelling van het apparaat. Het wordt ook gebruikt om de omringende elektro-
magnetische signalen uit de omringende omgeving en valse signalen die door de grond worden
verzonden, te elimineren.
OPMERKING: Om de maximale dieptewerking te verkrijgen, dient u eerst de frequentie te
wijzigen om de bijgeluiden die worden veroorzaakt door elektromagnetische interferentie te
elimineren.
Frequentie Shift (freq verschuiving) wordt gedaan met de FREQ. optie met een combinatie van
knoppen in de multi-Kruzer (zie pagina's 21-22). In de multi-Kruzer, wanneer de freq.Shift niet
voldoende is voor het elimineren van storing, kunt u ook de werkfrequentie (5 kHz / 14 kHz / 19
kHz) van het apparaat wijzigen.
Gain-instelbereik is 01-99 en vooraf gedefinieerd voor elke modus. Alle modi beginnen bij de
standaardinstellingen. Ze kunnen indien nodig handmatig worden aangepast. Gain aanpassing
is van toepassing op de geselecteerde modus; de gewijzigde instelling heeft geen invloed op de
Gain instelling van de andere modi.
OPMERKING: Als de grond sterk gemineraliseerd is waardoor het apparaat overbelast raakt,
verlaagt u de versterking totdat het bericht '' Overload '' van het scherm verdwijnt.
Gain in General search modus (GEN):
In de GEN-modus veroorzaakt de gain-instelling een toename of een afname van de ploffende
geluiden en valse signalen. Gain is een persoonlijke voorkeur. Het is echter belangrijk om de
gain-instelling op het hoogst mogelijke niveau in te stellen waar geen grote ploffende geluiden te
horen zijn om te voorkomen dat kleinere en diepere doelen worden gemist. Bijvoorbeeld; als het
geluidsniveau geschikt is voor zoeken en hetzelfde is bij versterkingsniveaus 40 en 70, dan zou 70
de voorkeur hebben. Het gebruik van de fabrieksinstellingen is een goed startpunt totdat u
bekend raakt en ervaring hebt met het apparaat.
Gain en Discriminatie Modi:
Aangezien de achtergrondtoon niet beschikbaar is in de discriminatiemodi, kunt u de diepte
van het apparaat vergroten of zorgen voor een geluidsarme werking op verschillende gronden
door alleen de GAIN-instelling te gebruiken.
Om de Gain in de discriminatiemodi in te stellen, dient u eerst de grondbalans in te stellen terwi-
jl de gain op de standaardinstelling staat. Nadat de grondbalans is voltooid, houdt u de zoeks-
poel stil of zwaait u over de grond op zoekhoogte. Verlaag de versterking als het apparaat
bijgeluiden maakt. Als dit niet het geval is (zorg ervoor dat de DISC ook op de standaardinstel-
lingen staat om dit te controleren), verhoog de versterking geleidelijk tot er geen bij geluid is.
15
Advertenties
Inhoudsopgave
