GRONDBAL A NS
gevallen naar de geluiden die worden geproduceerd wanneer de zoekspoel naar en van de
grond wordt verplaatst om te controleren of de grondbalans correct is. Als er geen verschil is
tussen de twee geluiden, is de grondbalans correct ingesteld.
Het apparaat keert na een korte periode automatisch terug naar het hoofdscherm na voltooiing
van de grondbalans. Druk één keer op de knop PP om direct terug te keren naar het hoofdscherm.
BELANGRIJK! Ervaren detectoristen passen de grondbalansinstelling aan tot een licht positieve
respons (zwak maar hoorbaar geluid wordt geproduceerd wanneer de zoekspoel dichter bij
de grond wordt geplaatst). Deze methode kan voor ervaren gebruikers gunstige resultaten
opleveren op bepaalde gebieden waar naar kleine doelen wordt gezocht.
Ground Tracking (TRACKING)
In deze optie hoeft de gebruiker geen aanpassingen door te voeren. De TRACKING-functie
wordt geactiveerd vanuit het OPTIONS-menu door deze in de 01-positie te zetten. Het woord
'' Tracking '' wordt onder in het GB-venster weergegeven. Het apparaat werkt de grondbalans
automatisch bij, zolang de zoekspoel over de grond wordt gezwaaid en de waarde van de
grondbalans in het GB-venster wordt weergegeven. Het geeft geen feedback aan de gebruiker
(zoals het piepgeluid in de automatische grondbalans).
Terwijl tracking actief is, kan het apparaat in eerste instantie een luid signaal produceren wanneer
het een andere grondstructuur (bijvoorbeeld een mineraal gesteente) of een doel detecteert.
Sleep in dit geval de zoekspoel naar de plek waar het apparaat het signaal produceert. Als het
geluid hetzelfde blijft en het apparaat een ID vertoont, is dit mogelijk een Target. Als het geluid te
veel verzwakt of verloren gaat na enkele zwaaien met de zoekspoel, betekent dit dat het apparaat
een signaal voor de verschillende grondstructuren of een steen heeft geproduceerd.
OPMERKING: Aanbevolen wordt om tracking te gebruiken in de algemene zoekmodus (GEN) en
niet in de discriminatiemodi.
Tracking is geschikt voor gebruik in gebieden waar verschillende bodemstructuren aanwezig
zijn in hetzelfde land of in velden waar gemineraliseerde rotsen ver uiteen liggen. Als u Tracking
gebruikt in gebieden waar "gemineraliseerde stenen" intens aanwezig zijn, is het apparaat
mogelijk niet in staat om deze sterk gemineraliseerde stenen te negeren of mist u de kleinere of
diepere metalen.
BELANGRIJK! Zorg ervoor dat Tracking uitgeschakeld is tijdens luchttests. Anders probeert het
apparaat een grondbalans uit te voeren op het Target waar je de luchttest wilt doen en wordt
de diepte verkleind.
Grondbalans waarde
De Grondbalans waarde geeft informatie over de grond waarop u zoekt. Enkele typische grond-
types zijn als volgt:
0-25
Nat zout water of natte alkalische bodems
25-50
Nat zout water en natte alkalische bodems bedekt met droge lagen
50-70
Regelmatige bodems van lage kwaliteit
70-90
Zeer magnetische bodems, magnetiet of maghemiet en soortgelijke sterk geminerali-
seerde bodems, zwart zand.
Belangrijke details met betrekking tot de Grondbalans
1) Bij het opstarten is de waarde voor de grondbalans ingesteld op 90. Het apparaat kan de
grondbalans automatisch uitvoeren binnen het bereik van 20-99.80 in alle modi en 00-99.80 in
de modus STRAND.
10