Druk om in te schakelen de Aan-/Uitschakelaar
•
(5) in de richting (I), om uit te schakelen de Aan-/
Uitschakelaar in de richting (0).
6.4 Bedrijfsmodus kiezen
Schakel het apparaat altijd uit, voordat u de omschake-
laar (10) activeert.
Zuigen (fi g. 9)
Draai de omschakelaar (10) helemaal naar links op
„Zuigen".
Voorzichtig!
Het apparaat mag in de zuigmodus alleen met aange-
bouwde opvangzak in bedrijf worden genomen.
Richt de zuigbuis in de richting van de grond en
beweeg u langzaam om bladeren en tuinafval op te
zuigen. De ingezogen objecten worden binnenin ge-
hakseld en opgevangen met de opvangzak.
Maak de opvangzak regelmatig leeg om ervoor te
zorgen dat het zuigvermogen niet negatief wordt
beïnvloed.
Blazen (fi g. 9)
•
Draai de omschakelaar (10) helemaal naar rechts
op „Blazen".
•
Richt de luchtstraal naar voor en beweeg u lang-
zaam om bladeren of tuinafval bijeen te blazen
resp. van moeilijk toegankelijke plaatsen te ver-
wijderen.
Aanwijzing!
Maak vóór het blazen de opvangzak leeg. Anders
zouden opgezogen bladeren/tuinafval weer kunnen
ontsnappen.
GFLS_3000_1_EX_NL_SPK7.indb 14
GFLS_3000_1_EX_NL_SPK7.indb 14
N
6.5 Opvangzak leegmaken (fi g. 1)
Maak de opvangzak (7) op tijd leeg. Bij een hoog
vulniveau gaat het zuigvermogen duidelijk achteruit.
Breng organisch afval naar de compostering.
Waarschuwing:
Schakel het apparaat uit en trek de netstekker uit
•
het stopcontact.
Open de ritssluiting aan de opvangzak (7) en schud
•
het opgezogen materiaal eruit.
•
Sluit vervolgens de ritssluiting weer.
6.6 Toerentalregeling (fi g. 8)
Aan de toerentalregelaar (11) kan het toerental
•
worden ingesteld van 6000 tot 14000 min
•
Wij bevelen aan om het apparaat niet altijd met
maximaal toerental in te zetten. Pas het vermogen
aan aan het te verrichten werk.
7. Reiniging, onderhoud en bestelling van
onderdelen
Gevaar:
Alle onderhouds-, service- en reinigingswerkzaam-
heden mogen alleen worden uitgevoerd als de
netstekker is uitgetrokken.
Reiniging
Reinig het apparaat niet met een hogedrukreiniger
•
of stromend water.
•
Gebruik geen scherpe reinigingsmiddelen.
•
Neem na beëindiging van het werk de opvangzak
eraf, stulp hem om en reinig hem grondig, om het
ontstaan van onaangename geuren te verhinde-
ren.
•
Een sterk vervuilde opvangzak kan met water en
zeep worden gewassen. Laat de opvangzak vóór de
opslag en hernieuwd gebruik volledig drogen, om
14
-1
.
07.05.15 10:16
07.05.15 10:16