11. Druk op de toets op de afstandsbediening met de kleine stip op de kalibratie op te slaan (of
druk op de Auto / MAN-toets op de laser).
Als u niet zeker bent van de kalibratie en niet wenst op te slaan, druk niet op de kleine stip,
en zet de laser uit met de Aan / Uit-toets.
3.5 Conus foutcontrole
1. Stel de laser op, op ongeveer 1 meter afstand van een muur (a) of paal en op 30 meter af-
stand van een andere muur (b) of paal.
2. Schakel de laser in. Als de laser waterpas staat, markeer dan de positie van het midden van de
straal op de dichtstbijzijnde muur (a)
3. Markeer de positie van het midden van de straal op de verste muur (b).
4. Stel de laser nu op op ongeveer 1 meter afstand van de verste muur. Als de laser zich water-
pas heeft gesteld, lijnt u de straal zorgvuldig uit op de vorige markering op muur (b).
5. Markeer nu de positie van het midden van de straal op muur (a), vlak bij de eerste markering.
6. Vergelijk de twee metingen. Als de verschillen tussen aa' – bb' groter zijn dan 3 mm, neem
dan contact op met uw leverancier.
9