High
Near
grade high
On-grade
Near
grade low
Low
• Het gebruik van de ontvanger
1 Druk op de aan/uit-toets om de ontvanger in te schakelen.
2 Druk op toets om de nauwkeurigheid te selecteren (fijn of grof ). Links of rechts op het LCD-
display verschijnt een symbool dat aangeeft welke nauwkeurigheid is gekozen.
3 Druk op de Geluidstoets om een geluidsniveau te selecteren (geen, normaal, hoog). Stan-
daard is het geluid uitgeschakeld, hetgeen wordt aangegeven doordat er geen geluidssym-
bool verschijnt. Als u het normale geluidsniveau selecteert, gaat het geluidssymbool knippe-
ren en als u het hoge geluidsniveau kiest, wordt het geluidssymbool continu weergegeven.
4 Richt het ontvangstvenster op de laserstraal en beweeg de detector omhoog of omlaag aan
de hand van de pijl op het LCD-display. Een neerwaartse pijl betekent dat de handontvanger
omlaag moet. Een opwaartse pijl betekent dat de handontvanger omhoog moet. Als er een
horizontale lijn op het display verschijnt, bevindt de horizontale lijn zich op dezelfde hoogte
als de laserstraal.
5. Druk op de aan/uit-toets om de ontvanger uit te schakelen.De ontvanger schakelt automa-
tisch uit als deze 10 minuten niet gebruikt is.
6. Houd het ontvangstvenster met een zachte doek en glasreiniger schoon.
• Specificaties
Bereik*
Nauwkeurigheid*
Bedrijfsduur
Bescherming
Afmetingen
* Verschilt met gebruikte laser. De juistheid is afhankelijk van de diameter en de afstand tot de laser.
Low battery
Blinking: Normal volume
Solid: Loud
No horn: Mute
Standard
Fine
(
)
default
mode
150 m
Fijn: – <1/16" (1 mm)
Normaal: – 1/8 (2.5 mm)
50 uur; 9V alkaline
IP66+
15 x 8 x 3.5 cm / 0,2 kg
Battery status
Sounds
Accurancy
11