2. Stel de Functie/Bereik-schakelaar in op de "
"-stand.
3. Sluit de meetkabels aan op het te meten circuit.
4. Als de weerstand lager is dan ca. 30Ω, dan gaat de
ingebouwde zoemer af.
Opmerking:
Zorg vóór het meten van continuïteit op een circuit dat de
stroom naar het te meten circuit is uitgeschakeld en dat alle
condensatoren volledig ontladen zijn.
Frequentie meten (alleen DIGI386F)
1. Sluit de zwarte meetkabel aan op de "COM"-aansluiting
en sluit de rode meetkabel aan op de "VΩ
mAHz"-aansluiting.
2. Stel de Functie/Bereik-schakelaar in op de
"20kHz"-stand.
3. Sluit de meetkabels aan op de te meten bron of
belasting.
4. Lees de waarde uit op het display.
Opmerking:
De spanning van het ingangssignaal moet tussen de 1V
rms en de 10V rms liggen. Als de spanning hoger is dan
10V rms, dan valt de nauwkeurigheid van de gemeten
waarde mogelijk buiten het opgegeven
nauwkeurigheidsbereik.
16