Een combinatie van effectapparaten opslaan/oproepen (Geheugenmodus)
De "Memory Mode" of geheugenmodus is de modus waarin u combinaties van effectenloops (patches) in de ES-5 kunt opslaan en deze opgeslagen
instellingen kunt oproepen.
In tegenstelling tot de geheugenmodus is de "Manual Mode" (handmatige modus) de modus waarin u de schakelaars kunt gebruiken om elke
effectenloop handmatig in en uit te schakelen.
Patchstructuur
Een "patch" bestaat uit een combinatie van effectenloops (de aan/
uit-status van elke effectenloop en de aansluitingsvolgorde) en
parameterinstellingen.
Patches worden geordend per groep (1–8), bank (1–5) en nummer
(1–5).
U kunt maximaal 200 patches opslaan.
Patch 855
Patch 113
Patch 112
Patch 111
(Groep/Bank/Nummer)
Groep
Bank
Nummer
111 BOSS ES-5
Ì=120
Schakelen tussen de geheugenmodus en
de handmatige modus
1.
Houd de [BANK]-schakelaar gedurende minstens twee
seconden ingedrukt.
Telkens wanneer u op deze schakelaar drukt, wisselt u tussen de
geheugenmodus en de handmatige modus.
5 In de geheugenmodus licht de BANK (MEMORY/MANUAL)-
indicator blauw op.
5 In de handmatige modus licht de BANK (MEMORY/MANUAL)-
indicator rood op.
In de handmatige modus
Door op de nummerschakelaars [1]–[5] te drukken, schakelt u elke
effectenloop in of uit.
5 De nummerindicator licht rood op als de overeenkomstige
effectenloop is ingeschakeld en wordt gedoofd als die
effectenloop is uitgeschakeld.
111 BOSS ES-5
5 * 3 * 1 _
6
Groep
Bank
Nummer
BOSS ES-5
Ì=120
1, 3, 5 Aan
2, 4
Uit
Een patch opslaan (Patch Write)
OPGELET
5 De patch die u hebt gemaakt, gaat verloren als u het apparaat
uitschakelt of als u schakelt tussen patches voordat u de Patch
Write-bewerking hebt uitgevoerd.
5 Als u de Patch Write-bewerking uitvoert, gaat de patch die zich in
de opslaglocatie bevond, verloren.
1.
Druk op de [WRITE]-knop.
111
Patch name
Gebruik de [ K ] [ J ]-knoppen en de [–] [+]-knoppen
2.
om het nummer van de groep/bank/patch van de
opslagbestemming te selecteren.
* U kunt ook de [BANK]-schakelaar en de nummerschakelaars
[1]–[5] gebruiken om het banknummer en het patchnummer te
selecteren.
3.
Druk op de [ENTER]-knop.
4.
Gebruik de [ K ] [ J ]-knoppen en de [–] [+]-knoppen om een
patchnaam toe te wijzen.
* Als u de Patch Write-bewerking wilt annuleren, drukt u meermaals
op de [DISPLAY/EXIT]-knop.
5.
Druk op de [WRITE]-knop of de [ENTER]-knop.
Het display geeft "Executing... " aan en de vorige displayweergave
verschijnt wanneer de Patch Write-bewerking is voltooid.
MEMO
5 U kunt een patch schrijven vanaf de geheugenmodus of de
handmatige modus.
5 Als u een patch schrijft, schakelt de ES-5 naar de geheugenmodus.
Een patch oproepen (Patch Change)
1.
Gebruik de [ K ] [ J ]-knoppen en de [–] [+]-knoppen om een
groep te selecteren.
2.
Gebruik de [BANK]-schakelaar om een bank te selecteren.
3.
Gebruik de nummerschakelaars [1]–[5] om een patch te
selecteren.
MEMO
5 In het patchnaamscherm en patchnummerscherm van
de afspeelmodus kunt u de [ K ] [ J ]-knoppen en de [–]
[+]-knoppengebruiken om een patch te selecteren.
5 U kunt kiezen of met het indrukken van de [BANK]-schakelaar
de banken 1–5 worden doorlopen, of dat banken 1–5 worden
geselecteerd door op de [BANK]-schakelaar te drukken en
vervolgens op een van de nummerschakelaars [1]–[5] te drukken.
Raadpleeg "Algemene instellingen (Systeeminstelling)" (p. 12)
voor informatie over hoe u deze instelling kunt maken.
5 U kunt opgeven of de volgende patch wordt geselecteerd zodra
u de [BANK]-schakelaar gebruikt om tussen banken te wisselen
of dat de patch niet wordt gewijzigd totdat u vervolgens op een
nummerschakelaar drukt. Raadpleeg "Algemene instellingen
(Systeeminstelling)" (p. 12) voor informatie over hoe u deze
instelling kunt maken.