3.6 Instellen van de nietlengte
3.6.1 Basisinstelling van de nietlengte
De instelling is afhankelijk van de slaghoogte van het aggregaat. Een lichte correctie is eventueel
na de wissel van de draadsterkte nodig.
Een basisinstelling gebeurt vanaf fabriek (betrokken op 50 mm slag).
Normaalhechting:
De benodigde draadlengte bij 2-vel-hechting bedraagt ca. 23 mm,
daarbij het hechtaggregaat op 2-vel-hechting instellen.
Ringooghechting Standaardniet - L6 -:
De benodigde draadlengte bij 2-vel-hechting bedraagt ca. 33 mm,
daarbij het hechtaggregaat op 2-vel-hechting instellen.
Ringooghechting speciale niet - L8 -:
De benodigde draadlengte bij 2-vel-hechting bedraagt ca. 35 mm,
daarbij het hechtaggregaat op 2-vel-hechting instellen.
Bij wissel van normaalhechting tot ringooghechting (standaard -L6-) of omgekeerd moet de
benodigde nietlengte worden aangepast.
Daarbij de greepmoer
voor minder draad draaien.
3.6.2 Fijninstelling van de nietlengte
- Afb. 12 -
De fijninstelling van de draadlengte gebeurt door testhechtingen. Indien de niet niet de gewenste
lengte heeft, kan door links draaien (+) van de greepmoer
(-) van de greepmoer minder draad worden nageschoven (vgl. scala
1 Draaiing aan de greepmoer brengt ongeveer 1,6 mm draadlengteverschil teweeg.
Hohner Maschinenbau GmbH
ca. 12,5 draaiingen naar links (+) voor meer draad resp. naar rechts (-)
HK 43/6 S
meer draad of door rechts draaien
).
Bediening
29