P o s i t i e b e p a l i n g
alarmnummer dat in uw radio is geprogrammeerd, of tijdens een
oproep met de rode toets of een stille oproep met de rode
toets naar een bestemming in netwerkmodus. Als de GPS–
ontvanger niet de benodigde informatie van de satellieten
ontvangt voor het bepalen van de huidige coördinaten voordat de
oproep wordt beëindigd, worden in plaats daarvan de
coördinaten verzonden die de ontvanger het laatst heeft
berekend.
Positie–informatie van de GPS–ontvanger kan tijdens deze
oproepen naar het netwerk worden verzonden als dat door uw
organisatie vooraf zo is gedefinieerd, ongeacht de instelling die u
hebt geselecteerd.
NMEA-interface
Als de radio via een gegevenskabel verbonden is met een
compatibele pc, kunt u positie-informatie verzenden naar
compatibele kaarttoepassingen op de pc. Het protocol NMEA-0183
versie 3.0 wordt gebruikt voor gegevensoverdracht. Als u de GPS-
ontvanger en het verzenden van positie-informatie naar de
compatibele pc wilt in- of uitschakelen, selecteert u
interface→Aan
of Uit. Als
het display weergegeven.
Goedgekeurde NMEA–zinnen zijn GPRMC, GPVTG, GPGGA,
GPGLL, GPGSA en GPGSV. De standaardsnelheid voor
gegevensoverdracht van de NMEA–interface is 4800 bps. Er
kunnen geen AT–opdrachten worden gebruikt wanneer NMEA–
gegevensoverdracht actief is.
Notatie coördinaten
Als u de weergave van de WGS-84-coördinaten wilt selecteren,
selecteert u
Notatie
ddd.ddddd°.
78
NMEA-interface Aan
coördinaten→ddd°mm'ss'', ddd°mm.mmm', of
NMEA-
is, wordt (
) in