Deze unit bevat een inverter en produceert dus ruis, die zal
moeten worden verminderd om interferentie met andere
apparaten te voorkomen. De externe behuizing van het product
kan een elektrische lading krijgen als gevolg van een elektrische
lekstroom, die via de aarding moet worden afgeleid.
10.3. Aansluitvoorbeeld van totale systeembedrading
(Zie afbeelding 9)
1
Stroom
2
Aardlekschakelaar
3
Overstroomschakelaar aftakkingschakelaar (zekering)
4
Aarding
5
BP-unit
10.4. Aansluiten van stroom- en transmissiekabels
Voer de stroomkabel (inclusief de aardingskabel) doorheen de
voedingsuitlaatpoort aan de voorkant, zijkant of achterkant van
de buitenunit.
Voer de transmissiekabels doorheen de kabeluitlaatpoort of de
leidingsuitlaatpoort, of maak een gat in de voorkant, de zijkant of
de achterkant van de buitenunit.
A
Naar de achterkant
B
Naar de zijkant
C
Naar de voorkant
1
Voedingsklemmenstrook (X1M)
2
Besturingsbedrading tussen units
3
Stroomkabel met aardingskabel. (Houd voldoende afstand tussen
de stroomkabel en de besturingsbedrading).
4
Klem (lokale levering)
5
Afsluiter montageplaat
6
Stroomkabel
7
Aardingskabel (geel/groen). Zorg ervoor dat de aardingskabel
langer is dan de voedingskabel. Wanneer u aan de kabels trekt,
mag de aardingskabel nl. niet eerst loskomen.
8
Bevestig de besturingsbedrading met de klem
9
Besturingsklemmenstrook (X2M)
Voorzorgsmaatregelen bij het uitslaan van de breekplaten
Het uitslaan van een breekplaat gebeurt met een hamer.
Na het uitslaan van de breekplaten brengt u best wat
reparatieverf aan op de randen en omgeving om roestvorming te
voorkomen.
Verwijder eventuele bramen van de uitbreekopeningen en
omwikkel de bedrading met beschermtape om beschadiging
ervan bij het doorvoeren te voorkomen.
Stop de uitbreekgaten dicht met verpakkingsmateriaal (ter
plaatse klaarmaken) als de mogelijkheid bestaat dat kleine
dieren via de gaten binnendringen in het systeem.
1
2
1
Uitbreekgat
2
Braam
3
Verpakkingsmateriaal
Montagehandleiding
16
(Zie afbeelding
10).
3
Gebruik een stroomdraadleiding voor de voedings-
draden.
Zorg ervoor dat buiten de unit de laagspannings-
draden (nl. die voor afstandsbediening, tussen de
units enz.) en de hoogspanningsdraden niet dichtbij
elkaar lopen, d.w.z. ten minste 50 mm van elkaar
verwijderd. Als ze te dicht bij elkaar liggen, kan
interferentie, storingen en breuk ontstaan.
Sluit de voedingskabel aan op de voedingsklemmen-
strook en klem deze vast zoals beschreven in
"10.4. Aansluiten van stroom- en transmissiekabels"
op pagina
16.
Bedrading tussen de units moet worden bevestigd
zoals beschreven in
transmissiekabels" op pagina
•
Bevestig de bedrading met klemmen zodat ze de
leidingen niet raakt.
•
Zorg
ervoor
elektriciteitsdoos niet boven de structuur uitsteken,
en sluit de afdekplaat stevig.
10.5. Normen voor het voedingscircuit en de kabels
Er moet een voedingscircuit (zie onderstaande tabel) worden
voorzien voor aansluiting van de unit. Dit circuit moet worden
beveiligd met behulp van de benodigde beveiligingen, met name een
hoofdschakelaar, een trage zekering op de fase en een
aardlekschakelaar.
Fase en
Type
frequentie
RMXS112
RMXS140
1 N~50 Hz
220-240 V
RMXS160
LET OP
Kies
de
desbetreffende lokale en nationale voorschriften.
De draaddikte moet in overeenstemming zijn met
de
geldende
voorschriften.
De specificaties voor de lokale bedrading,
netsnoer en aftakkingen zijn in overeenstemming
met IEC60245.
DRAADTYPE H05VV(*)
*Alleen voor beveiligde leidingen (H07RN-F
gebruiken als geen beveiligde leidingen worden
gebruikt).
Let er bij de installatie van de aardlekschakelaar op dat hij
compatibel is met de inverter (bestand tegen elektrische ruis
met hoge frequenties) om ongewenst activeren van de
aardlekschakelaar te voorkomen.
Wanneer u de stroomkabel op de voedingsklemmenstrook
aansluit, moet u de kabel goed bevestigen zoals afgebeeld in
afbeelding
10.
Controleer na het uitvoeren van de elektriciteit of elk elek-
trisch onderdeel en elke klem in de elektriciteitskast goed
is bevestigd.
Apparatuur conform met EN/IEC 61000-3-12
(1) Europese/Internationale Technische Norm die de beperkingen vastlegt
voor harmonische stromen geproduceerd door apparatuur die is aan-
gesloten op openbare laagspanningssystemen met een ingangsstroom
>16 A en ≤75 A per fase.
"10.4. Aansluiten van stroom- en
16.
dat
de
bedrading
Doorsnede
Aanbevolen
transmissie-
Spanning
zekeringen
kabels
32 A
0,75~1,25 mm
voedingskabel
op
basis
plaatselijke
en
nationale
(1)
RMXS112~160E8V1B
Super Multi Plus Systeem airconditioner
4PW40721-1A
en
de
2
van
de