8.3 Controle voor elke ingebruikname
Controleer telkens voor ingebruikname de machine. De machine staat hierbij op een
vlakke ondergrond. Alleen zo kunt u een juiste controle uitvoeren.
Is de borstel op de juiste hoogte ingesteld?
Zijn alle afdekkappen en beschermmiddelen correct aangebracht?
Is de veegmachine compleet of ontbreken er onderdelen?
Controleer alle elektrische bedradingen op beschadigingen of corrosie
Controleer alle dragende metaaldelen op mechanische beschadiging
Controleer- de bandenspanning
- de motoroliestand
- De benzinehoeveelheid (de tank moet minstens halfvol zijn)
- De toestand van het luchtfilter
- De brandstofleidingen en aansluitingen controleren op lekkage of mechanische
defecten
- de brandstoftank, deksel, en aansluitingen op scheuren en lekkage
Is het aanbouwhulpstuk juist gemonteerd en gefixeerd?
9. BEDIENING
Afhankelijk van de toepassing
Opvangbak of sneeuwschuiver monteren
1. De opvangbak bevestigen aan de opnamepennen
Veiligheidspin door de opnamepen steken.
9.1 Motor starten (Afbeelding 1 – 7)
• Brandstofkraan(5) openen door deze naar rechts te schuiven.
• In een koude toestand de chokehendel (4)naar links zetten op „CLOSE / GESLOTEN.
• In een warme toestand de chokehendel (4) naar rechts zetten op „OPEN ".
• Gashendel (8) iets naar links schuiven.
• Contactschakelaar(1) op„ON / AAN" zetten.
• Zachtjes aan de Trekstarter (2) trekken, tot er weerstand voelbaar is en dan krachtig aan
de trekstarter trekken en langzaam weer laten oprollen.
• Als de choke (4)tijdens het starten op CLOSE/GESLOTEN werd gezet, deze als de
motor draait langzaam op de stand "OPEN"zetten.
Gashendel (8) om te beginnen met de werkzaamheden volledig open zetten of afstellen
op het gewenste motor toerental.