5.4.1 Luchtstroomsnelheid regelen
5.5 Uitblaasrichting
FTXQ25+35AMV1B
Daikin kamerairconditioner
4P513685-7D – 2021.07
Geluidsarme werking binnenunit. Wanneer de
luchtstroomsnelheid op " " is ingesteld, werkt de unit stiller.
INFORMATIE
▪
Als de unit het temperatuurinstelpunt in de stand koelen of verwarmen heeft
bereikt, stopt de ventilator met draaien.
▪
In de droogstand kan de luchtstroomsnelheid NIET worden ingesteld.
1 Druk op
om de uitblaasinstelling als volgt te veranderen:
Wanneer. Stel de uitblaasrichting in naar wens.
Wat. Het systeem blaast de lucht uit in de door de gebruiker ingestelde richting
(variabele of vaste stand). De verticale kleppen bewegen.
Instelling
Verticaal automatisch
draaien
[—]
VOORZICHTIG
▪
Regel de hoek van de horizontale klep ALLEEN met een gebruikersinterface.
Wanneer u de horizontale klep met de hand verplaatst terwijl ze draait, geraakt
het mechanisme defect.
▪
Verander de stand van de verticale kleppen voorzichtig. In de luchtuitlaat draait
een ventilator met hoge snelheid.
Het draaibereik van de horizontale klep hangt af van de bedrijfsstand. De
horizontale klep stopt in de bovenste stand wanneer de luchtstroomsnelheid bij
het omhoog en omlaag draaien op laag wordt ingesteld.
a
b
c
a Draaibereik horizontale klep bij koelen of drogen
b Draaibereik horizontale klep bij verwarmen
c Draaibereik horizontale klep bij alleen ventilator
Uitblaasrichting
Beweegt omhoog en omlaag.
Blijft in een vaste stand.
Uitgebreide handleiding voor de gebruiker
5
Functie
|
21