» (Kastdroog): voor stoffen met één
■
laag. Kleding kan worden
opgevouwen of in een kast worden
opgehangen.
¾ (Kastdroog+): voor stoffen van
■
dikke, meerlaagse kledingstukken
die langer moeten drogen. Kleding
kan worden opgevouwen of in een
kast worden opgehangen. Wasgoed
droger dan » (Kastdroog).
ö (Strijk- droog): normaal,
■
enkellaags wasgoed dat nog vochtig
moet zijn na het drogen en geschikt
is om te strijken of op te hangen.
Aanwijzingen
Voor een gelijkmatig droogresultaat
■
sorteert u het wasgoed voordat u het
droogt.
Overschrijd de maximale belading
■
voor het drogen niet.
Maximaal centrifugetoerental voor
■
wasprogramma's met droogfunctie
wordt automatisch gekozen om een
goed droogresultaat te behalen.
*
Enkele droogprogramma's bieden
geen andere droogniveaus.
Programma extra instellingen
\
Extra programma-
instellingen
U kunt de mogelijke extra
A anwijzing:
P r o g r a m m a e x t r a i n s t e l l i n g e n
programma-instellingen in het overzicht
vinden, deze verschillen afhankelijk van
het model.
Door het selecteren van extra
programma-instellingen, kunt u het was-
/droogproces beter aanpassen aan uw
wasgoed.
De instellingen kunnen, afhankelijk van
de voortgang van het programma,
worden geselecteerd of
gedeselecteerd.
De knopindicatielampjes gaan branden
wanneer een instelling is geactiveerd.
De instellingen blijven niet behouden
nadat het apparaat is uitgeschakeld.
Speed
Wassen/drogen in een korter
tijdsbestek, terwijl een was/
droogresultaat wordt behaald dat
gelijksoortig is aan de normale
prestaties.
Kies Speed voor het activeren of
deactiveren van deze aanvullende
programma-instelling.
Met de Speed extra
Aanwijzing:
programma-instelling geactiveerd, wordt
de maximale wasbelading gereduceerd
en er is extra water nodig voor het
droogproces.
nl
41