Gebruik
7.7.7
VOORZICHTIG
!
122
Duwondersteuning gebruiken
Letsel door pedalen en wielen
De pedalen en het aandrijfwiel draaien bij gebruik van
de duwondersteuning. Wanneer de wielen van de fiets
bij gebruik van de duwondersteuning geen contact
maken met de ondergrond (bv. tijdens het tillen op een
trap of het beladen van de bagagedrager) bestaat
gevaar voor letsel.
Gebruik de stand duwondersteuning uitsluitend
tijdens het duwen van de fiets.
Tijdens gebruik van de duwondersteuning moet de
fiets met beide handen veilig worden geleid.
Zorg voor voldoende bewegingsruimte voor de
pedalen.
De duwondersteuning ondersteunt de berijder bij het
duwen van de fiets. De snelheid kan daarbij maximaal
6 km/h bedragen.
De trekkracht en de snelheid van de
duwondersteuning worden beïnvloed door de
gekozen versnelling. Om de aandrijving te ontzien,
wordt voor duwen bergop de eerste versnelling
aanbevolen.
Ondersteuningsniveau O F F mag niet zijn
geselecteerd.
Druk kort op de duwondersteuningstoets om de
duwondersteuning te activeren.
Druk binnen 3 seconden op de plus-toets en houd
deze ingedrukt om de duwondersteuning in te
schakelen.
Laat de plus-toets los om de duwondersteuning uit
te schakelen. De duwondersteuning schakelt
automatisch uit zodra de wielen van de fiets worden
geblokkeerd of de snelheid meer dan 6 km/h
bedraagt.
034-11576_1.0_22.08.2018