Voor de beste resultaten
•
Beweeg de camera langzaam in een kleine cirkel met een constante snelheid
•
Houd de camera parallel of haaks op de horizon en pan alleen in de richting
die wordt aangegeven door de geleiders
•
Probeer met een andere snelheid te pannen als de gewenste resultaten niet
worden bereikt
•
Houd uw ellebogen tegen uw zij
•
Gebruik een statief
O
•
Als de ontspanknop in zijn geheel wordt ingedrukt voordat het pano-
rama is voltooid, wordt de opname beëindigd en wordt mogelijk geen
panorama vastgelegd.
•
Het laatste deel van het panorama wordt mogelijk niet vastgelegd als
het opnemen wordt gestopt voordat het panorama compleet is.
•
Panorama's worden van meerdere foto's gemaakt en de camera is in
sommige gevallen niet in staat de beelden perfect met elkaar te verbin-
den.
•
Panorama's kunnen onscherp worden als het onderwerp slecht belicht
wordt.
•
De opname kan worden onderbroken als de camera te snel of te
langzaam wordt bewogen. De opname wordt geannuleerd wanneer de
camera wordt bewogen in een andere richting dan wordt aangegeven.
•
In sommige gevallen neemt de camera een grotere of kleinere hoek op
dan geselecteerd.
•
De gewenste resultaten worden mogelijk niet verkregen met:
-
Bewegende onderwerpen
-
Onderwerpen dicht bij de camera
-
Onveranderlijke onderwerpen zoals de lucht of een grasveld
-
Onderwerpen die constant bewegen zoals golven en watervallen
-
Onderwerpen die duidelijk van helderheid veranderen
•
Als ON is geselecteerd voor D TOETS-/SCHIJFINSTELLINGEN >
SLUITER AE, wordt de belichting voor het gehele panorama bepaald
door het eerste beeld.
Panorama's
5
93