Met de meegeleverde NMEA 2000 kabels en connectors kunt u
het toestel aansluiten op uw bestaande NMEA 2000 netwerk.
Als u geen bestaand NMEA 2000 netwerk heeft, kunt u een
basisnetwerk maken met de kabels van Garmin.
Als u niet vertrouwd bent met NMEA 2000, dient u de Technical
Reference for NMEA 2000 Products te lezen op
/manuals/nmea_2000.
De poort met het label NMEA 2000 wordt gebruikt om het
toestel te verbinden met een standaard NMEA 2000 netwerk.
Onderdeel
Beschrijving
NMEA 2000 compatibel Garmin toestel
GPS-antenne
Startschakelaar of onderbrekingsschakelaar
NMEA 2000 voedingskabel
NMEA 2000 netwerkkabel
Voedingsbron van 12 V gelijkstroom
NMEA 2000 afsluitweerstand of backbone-kabel
NMEA 2000 T-connector
NMEA 2000 afsluitweerstand of backbone-kabel
Overwegingen bij J1939 motornetwerkverbindingen
U moet een Garmin GPSMAP J1939 accessoirekabel gebruiken
bij het aansluiten van de kaartplotter op het J1939 motornetwerk
om corrosie door middel van vocht te voorkomen. Als u een
andere kabel gebruikt, vervalt uw garantie.
Als u beschikt over een bestaand motornetwerk op uw boot,
moet dit reeds zijn aangesloten op de voeding. Voeg geen extra
voedingsbron toe.
Deze kaartplotter kan worden aangesloten op een motornetwerk
op uw boot om gegevens te lezen van compatibele toestellen
zoals bepaalde motoren. Het motornetwerk voldoet aan een
standaard en gebruikt eigen berichtgeving.
U mag niet meer dan één kaartplotter op één motornetwerk
aansluiten. Als u meer dan één kaartplotter op één
motornetwerk aansluit, kan dit leiden tot onverwacht gedrag.
De poort met het label J1939 wordt gebruikt om het toestel aan
te sluiten op het bestaande motornetwerk. U moet de kabel
binnen 6 m (20 ft.) leggen van de backbone van het
motornetwerk.
De Garmin GPSMAP J1939 accessoirekabel moet worden
verbonden met een voedingsbron en vereist een juiste stekker.
Voor meer informatie over het aansluiten op uw motornetwerk,
raadpleegt u de documentatie van de motorfabrikant.
4
garmin.com
LET OP
Pen
Draadkleur
Gestript
Rood
Zwart
Wit
Blauw
NMEA 0183 verbinding - overwegingen
• De kaartplotter heeft een Tx (verzenden) poort en een Rx
(ontvangen) poort.
• Elke poort heeft twee draden met het label A en B
overeenkomstig de NMEA 0183 conventie. De
corresponderende A en B draden van elke interne poort
dienen te worden verbonden met de A(+) en B(-) draden van
het NMEA 0183 toestel.
• U kunt verbinding maken met één NMEA 0183 toestel op de
interne Rx poort om gegevens in te voeren op deze
kaartplotter en u kunt maximaal drie NMEA 0183 toestellen
tegelijkertijd verbinden met de interne Tx poort om
gegevensuitvoer van deze kaartplotter te ontvangen.
• Zie de NMEA 0183 installatie-instructies voor het
identificeren van de draden voor verzenden (Tx) en
ontvangen (Rx).
• U moet afgeschermde twisted-pair draden van 0,08 mm² (28
AWG) voor lange bedradingslengten gebruiken. Soldeer alle
verbindingen en verzegel deze met krimpkousen.
• Sluit de NMEA 0183 gegevensdraden van dit toestel niet aan
op geaarde stroom.
• De voedingskabel van de kaartplotter en de NMEA 0183
toestellen moeten op een gedeelde, geaarde stroom worden
aangesloten.
• De interne NMEA 0183 poorten en communicatieprotocollen
worden geconfigureerd op de kaartplotter. Zie het NMEA
0183 gedeelte in de gebruikershandleiding van de
kaartplotter voor meer informatie.
• Raadpleeg de gebruikershandleiding van de kaartplotter voor
een lijst met goedgekeurde NMEA 0183 telegrammen die de
kaartplotter ondersteunt.
NMEA 0183 toestelverbindingen
In dit diagram worden zowel verzendende als ontvangende
verbindingen geïllustreerd. U kunt dit diagram ook voor
eenrichtingscommunicatie gebruiken. Als u informatie wilt
ontvangen van een NMEA 0183 toestel, raadpleegt u items
,
,
, en
bij het aansluiten van het Garmin toestel. Als u
informatie wilt verzenden naar een NMEA 0183 toestel,
raadpleegt u items
,
,
Garmin toestel.
Beschrijving
Afscherming
Voeding, positief
Voeding, negatief
CAN hoog
CAN laag
,
, en
bij het aansluiten van het
,