Storingen opsporen en oplossen
• Maatregelen voor probleemoplossing zijn in twee van de volgende soorten geclassifi ceerd om een probleem te herstellen.
Neem de juiste maatregel afhankelijk van het symptoom.
Geen probleem
• Deze gevallen zijn geen problemen.
Controleren
• Controleer het opnieuw voordat
u een monteur belt.
De airconditioner werkt niet.
(Lampje BEDRIJF is uit.)
• Is er een onderbreker uitgeschakeld of een zekering
gesprongen?
• Is er een stroomonderbreking?
• Zitten er batterijen in de afstandsbediening?
• Is de timer correct ingesteld?
Het koel- of verwarmingseffect
is slecht.
• Zijn de luchtfi lters schoon?
• Is er iets dat de luchtinlaat of -uitlaat van de binnen-
en de buitenunits verstopt?
• Is de temperatuur naar behoren ingesteld?
• Zijn de ramen en deuren dicht?
• Zijn het luchtdebiet en de blaasrichting naar
behoren ingesteld?
Er is een abnormale werking
tijdens het bedrijf.
• Bliksem of radiogolven kunnen de werking van de
airconditioner verstoren. Schakel de onderbreker uit,
schakel deze opnieuw in en probeer de airconditioner
met de afstandsbediening te bedienen.
41
Het bedrijf is plotseling gestopt.
(Lampje BEDRIJF fl itst.)
• Zijn de luchtfi lters schoon?
Maak de luchtfi lters schoon.
• Is er iets dat de luchtinlaat of -uitlaat van de binnen-
en de buitenunits verstopt?
• Schakel de ontluchter uit en haal alle obstakels weg.
Schakel deze opnieuw in en probeer de airconditioner
met de afstandsbediening te bedienen. Als het lampje
nog steeds fl itst, bel dan de serviceleverancier waar
u de airconditioner hebt gekocht.
Het bedrijf is plotseling gestopt.
(Lampje BEDRIJF brandt.)
• Als bescherming voor het systeem kan de
airconditioner het bedrijf stoppen bij een plotseling
grote spanningsschommeling. Na circa 3 minuten
hervat deze automatisch het bedrijf.
Er komt nevel uit de binnenunit.
• Dit gebeurt wanneer de lucht in de kamer door de
koude luchtstroom tijdens de stand KOELEN wordt
gekoeld in nevel.
• De reden daarvan is dat de lucht in de kamer door de
warmtewisselaar wordt gekoeld en overgaat in nevel
tijdens het ontdooien.