Voordat u contact opneemt met een servicecentrum
Mogelijke oplossing
Situatie
Verwijder de batterij en plaats deze weer
Het aanraakscherm of
de knoppen werken niet
terug.
Als u de camera bij zeer lage temperaturen
gebruikt, kan het camerascherm hierdoor
niet goed werken of verkleuren.
Het camerascherm
werkt niet goed
Voor betere prestaties van het scherm
moet de camera bij normale temperaturen
worden gebruikt.
De geheugenkaart heeft
De geheugenkaart is niet gereset.
een fout
Formatteer de kaart. (pag. 114)
Als u de naam van een bestand wijzigt,
kan de camera dit bestand mogelijk niet
Er kunnen geen
afspelen of weergeven (de bestandsnaam
bestanden worden
afgespeeld of
moet aan de DCF-normen voldoen). In
weergegeven
dergelijke gevallen kunt u de bestanden op
een computer afspelen of weergeven.
Controleer of de ingestelde
scherpsteloptie voor close-upfoto's
geschikt is. (pag. 49)
De foto's zijn onscherp
Controleer of de lens schoon is. Reinig
de lens indien nodig. (pag. 118)
Zorg dat het onderwerp zich binnen het
bereik van de flitser bevindt. (pag. 126)
Situatie
De kleuren in de foto
zijn anders dan de
daadwerkelijke kleuren
De foto is te licht
De foto is te donker
De foto's worden
niet op de televisie
weergegeven
De computer herkent
de camera niet
124
Appendices
Mogelijke oplossing
Een onjuiste witbalans kan voor
onrealistische kleuren zorgen. Selecteer
de juiste witbalansoptie voor de lichtbron.
(pag. 60)
Schakel de flitser uit. (pag. 47)
De foto is overbelicht. Pas de
belichtingswaarde aan. (pag. 57)
De foto is onderbelicht.
Schakel de flitser in. (pag. 47)
Pas de ISO-waarde aan. (pag. 48)
Pas de belichtingswaarde aan. (pag. 57)
Controleer of de camera goed met de
A/V-kabel op de externe monitor is
aangesloten.
Controleer of de geheugenkaart foto's
bevat.
Controleer of de USB-kabel op de juiste
wijze is geplaatst.
Controleer of de camera is ingeschakeld.
Controleer of het besturingssysteem
wordt ondersteund.