Basisfuncties
Het scherm draaien
Veel applicaties kunnen worden weergegeven in liggende of staande stand. Als u het apparaat
draait, wordt het scherm aangepast aan de nieuwe schermstand.
Als u wilt voorkomen dat het scherm automatisch wordt gedraaid, opent u het meldingenvenster en
schakelt u Schermrotatie in.
• I n sommige applicaties kan het scherm niet worden gedraaid.
• S ommige applicaties geven een ander scherm weer afhankelijk van de stand.
Handpalmbeweging
Gebruik Handpalmbeweging om functies op het apparaat te bedienen zonder het scherm aan te
raken.
Voordat u deze functie gebruikt, moet u controleren of de functie Handpalmbeweging is
ingeschakeld. Tik op het startscherm op
Handpalmbeweging en sleep de schakelaar Handpalmbeweging naar rechts.
→ Instellingen → Besturingselementen →
23