Probleem
Je kunt de deur van
het apparaat niet ope‐
nen.
De machine maakt ab‐
normale geluiden en
trilt.
De programmaduur
neemt toe of af tijdens
het draaien van het
programma.
De wasresultaten zijn
niet bevredigend.
Te veel schuim in de
trommel tijdens de
wascyclus.
Na de wascyclus is er
wat wasmiddel achter‐
gebleven in de was‐
middellade.
Schakel na de controle de machine in. Het programma wordt
voortgezet vanaf het punt van onderbreking.
Als het probleem opnieuw optreedt, neem je contact op met een
erkende servicedienst.
De contactgegevens van de servicedienst staan op het typeplaatje.
Mogelijke oplossing
•
Verzeker je ervan dat er geen wasprogramma is gekozen dat
eindigt met water in de trommel.
•
Verzeker je ervan dat het afwasprogramma is afgelopen.
•
Stel het afvoerprogramma of het centrifugeprogramma in als
er water in de trommel zit.
•
Verzeker je ervan dat het apparaat elektriciteit krijgt.
•
Dit probleem kan worden veroorzaakt door een storing in het
apparaat. Neem contact op met de erkende servicedienst.
Als je de deur moet openen, lees je zorgvuldig 'Nooddeurope‐
ning'.
•
Verzeker je ervan dat deze waterpas staat. Raadpleeg 'Mon‐
tage-instructies'.
•
Verzeker je ervan dat de verpakking en/of de transportbouten
verwijderd zijn. Raadpleeg 'Montage-instructies'.
•
Voeg meer wasgoed toe aan de trommel. De lading is moge‐
lijk te klein.
•
Het ProSense System kan de duur van het programma aan‐
passen aan het type en de hoeveelheid wasgoed. Zie 'Bela‐
dingsdetectie ProSense System' onder het hoofdstuk 'Dage‐
lijks gebruik'.
•
Verhoog de hoeveelheid wasmiddel of gebruik een ander
wasmiddel.
•
Gebruik speciale producten om hardnekkige vlekken te verwij‐
deren voordat je het wasgoed wast.
•
Zorg ervoor dat je de juiste temperatuur instelt.
•
Verminder de wasgoedlading.
•
Verminder de hoeveelheid wasmiddel of het aantal tabletten
of wasmiddelen voor eenmalig gebruik.
•
Verzeker je ervan dat je het wasmiddelvakje hebt gebruikt vol‐
gens de instructies in deze gebruiksaanwijzing.
•
Zorg ervoor dat je verse tabletten of wasmiddelen voor een‐
malig gebruik gebruikt. Bewaar ze in hun doos en sluit ze na
gebruik, volgens de aanbevelingen van de fabrikant.
Directe blootstelling aan de omgeving kan hun kenmerken en
gedrag in het Pods® compartiment wijzigen, vooral in combi‐
natie met bepaalde opties (bijv. Startuitstel).
NEDERLANDS
41