Werken met de knoppen op het scherm
Met behulp van schermknoppen kunt u door de pagina's, menu's en menu-opties van uw toestel navigeren.
• Selecteer
om terug te gaan naar het vorige menuscherm.
• Houd
ingedrukt om snel terug te gaan naar het hoofdmenu.
• Selecteer
of
om door lijsten of menu's te bladeren.
• Houd
of
ingedrukt om sneller te bladeren.
• Selecteer
om een contextmenu met de opties voor het huidige scherm weer te geven.
Het volume aanpassen
1 Selecteer
.
2 Selecteer een optie:
• Gebruik de schuifbalk om het volume aan te passen.
• Selecteer
om het toestel te dempen.
• Schakel een selectievakje in om extra geluidsopties in of uit te schakelen.
De audiomixer gebruiken
U kunt met de audiomixer het geluidsniveau instellen voor verschillende typen audio, zoals
navigatieaanwijzingen of telefoongesprekken. Het niveau voor elk audiotype is een percentage van het
hoofdvolume.
1 Selecteer
.
2 Selecteer Mixer.
3 Gebruik de schuifregelaars om voor elk audiotype het volume in te stellen.
Geluiden en audiobronnen in- of uitschakelen
U kunt specifieke audiobronnen en systeemgeluiden in- of uitschakelen zonder dat dit invloed heeft op andere
audiobronnen.
1 Selecteer
.
2 Selecteer een optie in het gedeelte Geluiden:
• Als u wilt dat het toestel navigatieaanwijzingen en instructies uitspreekt, schakelt u het selectievakje
Gesproken navigatie in.
• Als u wilt dat het toestel verkeerswaarschuwingen en instructies uitspreekt, schakelt u het selectievakje
Gesproken verkeerswaarschuwingen in.
• Als u wilt dat het toestel een toon afspeelt wanneer een waarschuwing voor de bestuurder wordt
geactiveerd, schakelt u het selectievakje Waarschuwingen en geluid in.
• Als u wilt dat het apparaat een geluid afspeelt wanneer u de knoppen op het scherm aanraakt, schakelt u
het selectievakje Drukken op de knoppen in.
De helderheid van het scherm aanpassen
1 Selecteer
> Scherm > Helderheid.
2 Gebruik de schuifbalk om de helderheid aan te passen.
6
Aan de slag