5 In bedrijf nemen met de display- en bedieningsmodule
Inbedrijfname
Menupunt
Meetplaatsnaam
Toepassing
Eenheden
Positiecorrectie
Inregeling
Demping
Linearisatie
Stroomuitgang
Bediening blokkeren
14
Info: instrumentnaam, hard- en softwareversie, fabriekskalibratieda-
tum, sensorspecificaties
Opmerking:
Voor een optimale instelling van de meting moeten de afzonderlijke
submenupunten in het hoofdmenupunt " Inbedrijfname" na elkaar
worden gekozen en van de juiste parameters worden voorzien. Houd
deze volgorde zo veel mogelijk aan.
De submenupunten zijn opeenvolgend beschreven.
5.4
Menu-overzicht
De volgende tabellen tonen het bedieningsmenu van het instrument.
Afhankelijk van de uitvoering van het instrument of de toepassing zijn
niet alle menupunten beschikbaar resp. anders bezet.
Parameter
19 alfanumerieke tekens/speciale tekens Sensor
Niveau, procesdruk
Secondary-device voor elektronisch
drukverschil
1)
Inregeleenheid (m, bar, Pa, psi ... door
gebruiker gedefinieerd)
Temperatuureenheid (°C, °F)
Offset
Zero-/min.-inregeling
Span-/max.-inregeling
Integratietijd
Lineair, liggende cilindrische tank, ...
door gebruiker gedefineerd
Stroomuitgang - modus
Uitgangskarakteristiek: 4 ... 20 mA,
20 ... 4 mA
Storingsmodus: ≤ 3,6 mA, ≥ 20 mA, laat-
ste meetwaarde
Stroomuitgang - min./max.
Min. stroom: 3,8 mA, 4 mA
Max. stroom: 20 mA, 20,5 mA
Geblokkeerd, vrijgegeven
Parameter alleen actief wanneer instrument verbonden met secondary
1)
device
Default-waarde
Niveau
Uitgeschakeld
mbar (bij nominaal meetbereik
≤ 400 mbar)
bar (bij nominaal meetbereik ≥ 1 bar)
°C
0,00 bar
0,00 bar
0,00 %
Nom. meetbereik in bar
100,00 %
1 s
Lineair
4 ... 20 mA
≤ 3,6 mA
3,8 mA
20,5 mA
Vrijgegeven
VEGABAR 82 • 4 ... 20 mA/HART