■
Input Assignment
Wijst de COMPONENT VIDEO-, COAXIAL- en OPTICAL-aansluitingen toe aan een andere
signaalbron.
Input Assignment
■
Procedure
Voorbeeld: de OPTICAL (2)-aansluiting toewijzen aan de signaalbron "AV 2"
1
Gebruik de cursortoetsen om de cel op het snijpunt van "AV 2" en "OPTICAL" te selecteren, en
druk op ENTER.
2
Gebruik de cursortoetsen om "2" te selecteren en druk op ENTER.
3
Druk op SETUP om het menu af te sluiten.
X
COAXIAL- en OPTICAL-aansluitingen kunnen niet tegelijkertijd aan dezelfde signaalbron worden toegewezen.
■
Input Skip
Bepaalt welke signaalbronnen worden overgeslagen bij het bedienen van de INPUT-toets of AV
CONTROLLER. De gewenste signaalbronnen kunnen snel worden geselecteerd met deze
functie.
X
Bij gebruik van AV CONTROLLER kunnen geen signaalbronnen worden geselecteerd die in deze functie zijn
ingesteld op "On".
Signaalbronnen
AV 1-7, AUX, AUDIO 1-4, PHONO, TUNER, (netwerkbronnen), Bluetooth, USB, MULTI CH
Instellingen
Off
Slaat de geselecteerde signaalbron niet over.
On
Slaat de geselecteerde signaalbron over.
■
Input Rename (Auto)
Wijzigt automatisch de naam van de signaalbron op de display van het voorpaneel. U kunt een
naam selecteren die is gecreëerd door de functie Auto Rename.
Signaalbronnen
AV 1-7, AUDIO 1-4
■
Procedure
1
Gebruik de cursortoetsen om een signaalbron te selecteren die moet worden hernoemd.
2
Gebruik de cursortoetsen om "Auto" te selecteren.
3
Herhaal stap 1 tot 2 om de naam van een andere signaalbron te wijzigen.
4
Druk op SETUP.
X
• Als "Auto" is geselecteerd, wordt de gecreëerde naam opgeslagen, zelfs als de verbinding met het externe
apparaat wordt verbroken. Schakel over naar "Manual" en dan weer terug naar "Auto" om de
standaardinstelling te herstellen.
• "Auto" kan alleen worden geselecteerd voor AUDIO 1-4 als een digitale instelling voor "Input Assignment" is
geselecteerd.
142
Nl