Inhoudsopgave
Advertenties
■
Ultra Low Jitter PLL Mode
Schakelt het jitterfilter in of uit.
Signaalbron
AV 1-7, AUDIO 1-4 (alleen beschikbaar wanneer een digitale audio-ingang is toegewezen),
(netwerkbronnen), Bluetooth, USB
Instellingen
Off
Schakelt de jitterfilterfunctie uit.
Schakelt de jitterfilterfunctie in.
Het hogere niveau verbetert de nauwkeurigheid van de DAC, maar kan
Level 1, Level 2, Level 3
audio-onderbrekingen op sommige afspeelapparaten veroorzaken, afhankelijk
van de condities van de audioklok. Kies in dat geval een lager niveau.
■
DAC Digital Filter
Selecteert het digitale filtertype van de audio-DAC (digitaal-naar-analoog-omzetter) voor uw
favoriete geluid.
Instellingen
Verwijdert bijgeluiden buiten de frequentiebanden met een filter met steile
afzwakkingskarakteristiek.
Sharp Roll-off Type
Dit heeft de neiging om een helder geluid te produceren.
Verwijdert bijgeluiden buiten de frequentiebanden met een filter met milde
afzwakkingskarakteristiek.
Slow Roll-off Type
Dit heeft de neiging om een mild geluid te produceren.
Reduceert de audiovertraging die door het interne DAC-filter wordt veroorzaakt.
Short Latency Type
Dit heeft de neiging om een responsief en ritmisch mild geluid te produceren.
■
Balance Input Attenuator
Selecteer of de verzwakker voor de balansingang (AUDIO 4) moet worden geactiveerd om
vervorming van het geluid te voorkomen als er signalen op hoog niveau binnenkomen.
Activeer de verzwakker als er een audioapparaat wordt aangesloten dat signaal van 3 V (RMS)
of hoger verzendt naar de AUDIO 4-ingangen (gebalanceerde XLR) (p.36).
Signaalbron
AUDIO 4
Instellingen
Bypass
Activeert de verzwakker voor de balansingang niet.
Activeert de verzwakker voor de balansingang om het signaalniveau te reduceren
ATT.(-6dB)
(-6dB).
Scene
Configureert de scène-instellingen.
■
Scene Setting
Hiermee selecteert u de onderdelen die u als de scènetoewijzingen wilt opnemen. U kunt ook
de instellingen bekijken die momenteel aan de geselecteerde scène zijn toegewezen.
X
De scènetoewijzingen kunnen radiostations omvatten, of de content op een geselecteerd USB-opslagapparaat,
Bluetooth-apparaat en netwerkapparaat.
■
Procedure
1
Gebruik de cursortoetsen om de SCENE-naam te selecteren en druk op ENTER.
2
Als u onderdelen als de scènetoewijzingen wilt opnemen, gebruikt u de cursortoetsenom een
onderdeel te selecteren en drukt u op ENTER om het vakje in te schakelen (of uit te schakelen
als u het onderdeel niet wilt opnemen).
Keuzes
HDMI Control
Bediening Sync (HDMI Control (p.134))
Input
Ingang (p.63), Audio Select (p.112)
[Signaalbronnen: TUNER, (netwerkbronnen), SERVER, NET RADIO, Bluetooth,
USB]
Station, Music Content
Registerd Content
[Signaalbronnen: overige]
---
HDMI Output
HDMI Output (p.63)
DSP Program (p.67), Pure Direct Mode (p.130), Enhancer (p.140), Hi-Res Mode
Mode
(p.111), SURROUND:AI (p.66)
Tone Control (p.110), YPAO Volume (p.110), Adaptive DRC (p.110),
Sound
Extra Bass (p.112)
131
Nl
Advertenties
Inhoudsopgave
