Volumemeting uitvoeren
1. Druk twee keer kort op de functietoets (10).
ð Het symbool
voor de volumemeting verschijnt op
het display.
ð De te meten zijde wordt telkens met rode pijlen in de
meetwaardeweergave weergegeven.
2. Druk kort op de inschakel-/meettoets (7), om de eerste
meting (bijv. de lengte) uit te voeren.
ð De gemeten waarde wordt op de bovenste
meetwaardeweergave (17) weergegeven.
3. Druk opnieuw kort op de inschakel-/meettoets (7), om de
tweede meting (bijv. de breedte) uit te voeren.
ð De gemeten waarde wordt daarnaast op de bovenste
meetwaardeweergave (17) weergegeven.
4. Druk opnieuw kort op de inschakel-/meettoets (7), om de
derde meting (bijv. de hoogte) uit te voeren.
ð De gemeten waarde wordt daarnaast op de bovenste
meetwaardeweergave (17) weergegeven.
ð Het apparaat berekent na de derde keer drukken op de
inschakel-/meettoets (7) automatisch het volume en
toont dit op de onderste meetwaardeweergave (20).
Duurmetingen / min.- en max.-meting uitvoeren
Gebruik de functie duurmeting, om metingen te vergelijken, bijv.
met bouwtekeningen. Bij deze meetmethode kunt u het
apparaat naar het doel bewegen, waarbij de meetaarde
ongeveer elke 0,5 seconden opnieuw wordt berekend. De
bijbehorende maximale en minimale waarden worden op het
display weergegeven op de eerste, resp. de tweede regel van de
bovenste meetwaardeweergave (17).
Richt de laserstraal bijv. op een wand en loop er hierna
geleidelijk verder van af. Lees de meetwaarden af, tot de
gewenste afstand is bereikt.
1. De inschakel-/meettoets (7) ca. 2 s ingedrukt houden.
ð De indicaties
,
display.
2. Beweeg het apparaat ten opzichte van het richtpunt
langzaam naar voren en naar achter, evenals omhoog en
omlaag (bijv. in een hoek van de ruimte).
8
en Δ (13) verschijnen op het
3. Druk kort op de inschakel-/meetknop (7), om de
duurmeting te beëindigen.
ð De maximale en minimale waarde en de
verschilwaarde Δ (13) tussen beide meetwaarden
worden op het display weergegeven. Daarnaast wordt
de laatst gemeten waarde in de
meetwaardeweergave (20) weergegeven.
Indirecte hoogtemeting (Pythagoras)
Via deze methode kan de lengte van een onbekend traject via
de stelling van Pythagoras worden bepaald. De methode is bijv.
geschikt voor hoogtemetingen.
Voorwaarde voor de meting:
• Het apparaat is horizontaal op het laagste punt (B) van het
te meten traject gericht.
• Het referentiepunt ligt aan de achterkant van het apparaat.
Zie het hoofdstuk referentiewaarde instellen.
1. Druk drie keer kort op de functietoets (10).
ð Het symbool
het display.
ð De balken voor de hypotenusa is rood gemarkeerd.
2. Richt het apparaat op het hoogste punt (A) en druk één
keer kort op de inschakel-/meettoets (7), om een meting
uit te voeren. Houd het apparaat hierbij zo stil mogelijk en
plaats het met de beide achterkanten vlak op de
ondergrond. De aanslag op de beide achterkanten mag
zich tijdens de metingen niet wijzigen!
ð De lengte van het traject wordt in directe
meetwaardeweergave op de 1e regel weergegeven.
ð De balken voor de horizontale kathete is rood
gemarkeerd.
3. Richt het apparaat horizontaal (punt B) en druk één keer op
de inschakel-/meettoets (7), om de horizontale afstand te
meten.
ð De tweede meetwaarde wordt op de tweede regel van
de meetwaardeweergave weergegeven.
ð Het te bepalen traject wordt als resultaat in de onderste
meetwaardeweergave (20) weergegeven.
laserafstandsmeetapparaat BD11
A
B
voor de indirecte meting verschijnt op
NL