4. Draai de klep omlaag om vloeibaar
wasmiddel te gebruiken.
Met de klep in de stand
OMLAAG:
• Gebruik geen
gelatineachtige of
dikke vloeibare
wasmiddelen.
• Giet niet meer
vloeibaar wasmiddel
in het vakje dan de
limiet op de klep.
• Stel de voorwasfase
niet in.
• Stel de
startuitstelfunctie niet
in.
5. Meet het wasmiddel en
wasverzachter af.
6. Sluit de wasmiddeldoseerlade
voorzichtig.
1
2
Zorg bij het sluiten van de lade dat de
klep geen blokkering veroorzaakt.
11.5 Een programma instellen
1. Draai aan de programmaknop om
het wasprogramma in te stellen.
Het lampje van de Start/Pauze - Départ/
Pause knop knippert.
Op het display verschijnt de geschatte
programmaduur.
2. Indien nodig, wijzig de temperatuur,
de centrifugeersnelheid, de
cyclusduur of voeg extra opties toe.
Als u een optie activeert, gaat het
indicatielampje van de ingestelde
optie branden.
Als een keuze niet
mogelijk is gaat het
indicatielampje niet aan
en klinkt er een
geluidssignaal.
11.6 Een programma starten
met een uitgestelde start
Druk op toets Start/Pauze - Départ/
Pause.
Het aftellen van de uitgestelde start
wordt op het display weergegeven.
Als het aftelproces voltooid is, wordt het
programma gestart.
De aanpassing voor
PROSENSE begint nadat het
aftellen is beëindigd.
NEDERLANDS
23