• De luchtinlaten of luchtuitlaten niet blokkeren. Een geblokkeerde luchtstroom kan verminderde
prestaties of defecten veroorzaken.
• Sta of zit niet op de buitenunit. Om niemand te verwonden, zet niets op de unit en neem het scherm
voor de ventilator niet weg.
• Plaats niets onder de binnenunit en de buitenunit dat niet vochtig mag worden. In bepaalde
omstandigheden kan vocht in de lucht condenseren en druppelen.
• Controleer na langdurig gebruik of de voet van de unit en de verbindingsstukken niet beschadigd zijn.
• Raak de luchtinlaat en de aluminiumvinnen van de buitenunit niet aan. Anders kan u zich verwonden.
• Dit toestel mag worden gebruikt door kinderen vanaf 8 jaar en personen met beperkte fysieke, zintuiglijke
of mentale mogelijkheden of met een gebrek aan ervaring en kennis indien ze onder toezicht staan of
onderricht zijn in het veilige gebruik van het toestel en de mogelijke gevaren begrijpen.
• Kinderen mogen niet met het toestel spelen.
• Reiniging en onderhoud door de gebruiker mogen niet worden uitgevoerd door kinderen zonder toezicht.
• Dit apparaat is bedoeld om in werkplaatsen, in de lichte industrie en in boerderijen door deskundige
of geschoolde gebruikers gebruikt te worden of, in de handel en in huishoudens, door niet
gespecialiseerde personen.
• Het geluidsdrukniveau bedraagt minder dan 70 dB(A).
• Om geen gebrek aan zuurstof te hebben, verlucht voldoende de kamer als u apparaten met
een brander samen met de airconditioner gebruikt.
• Schakel de airconditioner en de onderbreker uit of trek de stekker van het snoer uit het
stopcontact.
• Sluit de airconditioner niet aan op een andere elektrische voeding dan deze die wordt
voorgeschreven. Anders riskeert u problemen of brand.
• Plaats de afvoerslang op een wijze dat het water goed kan worden afgevoerd. Door een slechte of onvolledig afvoer
kunnen meubels, het gebouw, enz. vochtsporen beginnen te vertonen.
• Plaats geen voorwerpen in de directe nabijheid van de buitenunit en zorg er voor dat bladeren of
andere overblijfselen zich niet rondom het apparaat ophopen.
Bladeren trekken kleine dieren aan die in de unit kunnen binnendringen. In de unit kunnen dergelijke
dieren storingen, rook of brand veroorzaken wanneer ze in contact komen met elektrische onderdelen.
• Bedien de airconditioner niet met natte handen.
• Was de binnenunit niet met overvloedig water, gebruik alleen een iets vochtig doek.
• Zet niets neer – en zeker geen waterbevattende voorwerpen zoals vazen – op de unit.
Water kan in de unit binnendringen en elektrische isolaties beschadigen, hetgeen tot
elektrische schokken kan leiden.
Plaats van installatie.
Raadpleeg de leverancier om de airconditioner in de volgende soorten omgevingen te installeren.
• Plaatsen met een oliehoudende omgeving of waar damp of roet voorkomt.
• Zouthoudende omgeving, zoals kustgebieden.
• Plaatsen waar zwavelgas voorkomt, zoals hete bronnen.
• Plaatsen waar sneeuw de buitenunit kan blokkeren.
De afvoer van de buitenunit moet worden afgewaterd naar een plaats met een goede drainage.
Let op: het lawaai van de unit kan storend zijn voor uw buren.
Kies voor installatie een plaats zoals hieronder wordt beschreven.
• Een plaats met voldoende draagvermogen voor de unit die het werkgeluid of de werktrillingen niet versterkt.
• Een plaats waar de uitlaatlucht van de buitenunit of het werkgeluid uw buren niet hindert.
Elektrische werkzaamheden.
• Zorg er bij de stroomvoorziening voor dat u een apart stroomcircuit gebruikt dat alleen voor de
airconditioner is bestemd.
Het systeem naar een andere plaats brengen.
• Voor het herplaatsen van de airconditioner zijn gespecialiseerde kennis en vaardigheden nodig.
Raadpleeg de leverancier als herplaatsing nodig is voor verhuizen of verbouwen.
3