Basisfuncties
2
Als de batterij volledig is opgeladen, koppelt u het apparaat los van de draadloze oplader.
• A ls er vreemde stoffen zitten tussen het apparaat en de draadloze oplader, is het mogelijk
dat het apparaat niet goed wordt opgeladen.
• A ls u de draadloze oplader gebruikt in gebieden met zwakke netwerksignalen, kunt u uw
netwerk mogelijk niet langer ontvangen.
• G ebruik door Samsung goedgekeurde draadloze opladers. Als u andere draadloze
opladers gebruikt, wordt de batterij mogelijk niet correct opgeladen.
Spaarstand
Bespaar het batterijniveau door de functies van het apparaat te beperken.
Tik op het startscherm op Apps → Instellingen → Batterij → Spaarstand en tik dan op de
schakelaar om deze in te schakelen.
Als u automatisch de spaarstand wilt inschakelen wanneer de resterende batterijduur het vooraf
ingestelde niveau gebruikt, tikt u op Spaarstand starten en selecteert u een optie.
Extra energiebesparende stand
Gebruik deze stand om de batterijvoeding van het apparaat uit te breiden. In de extra
energiespaarstand wordt het volgende uitgevoerd op het apparaat:
• K leuren op het scherm worden weergeven als grijstinten.
• D e beschikbare apps worden beperkt tot essentiële en geselecteerde apps.
• D e mobiele gegevensverbinding wordt uitgeschakeld wanneer het scherm is uitgeschakeld.
• W i-Fi en Bluetooth-functies worden uitgeschakeld.
Tik op het startscherm op Apps → Instellingen → Batterij → Extra energiebesparende stand en
tik dan op de schakelaar om deze in te schakelen.
Als u de Extra energiespaarstand wilt uitschakelen, tikt u op MEER → Extra energiebespar. stand
uit.
De resterende gebruiksduur geeft aan wanneer de batterij leeg is. De gebruiksduur kan
verschillen afhankelijk van uw apparaatinstellingen en de gebruiksomstandigheden.
14