f
Duw voorzichtig tegen de achterkant
van de inktcartridge met de aanduiding
"PUSH" (duwen) tot de cartridge op zijn
plaats klikt. Sluit vervolgens het deksel
van de inktcartridge.
g
Er wordt automatisch een reset
uitgevoerd voor de inktstippenteller.
Opmerking
• Als u een inktcartridge hebt vervangen,
bijvoorbeeld Zwart, wordt u via het LCD-
scherm wellicht gevraagd om te
bevestigen dat dit een nieuwe cartridge is
(bijvoorbeeld Veranderde u
Zwarte inkt). Druk voor elke
nieuwe cartridge die u hebt geïnstalleerd
op Ja om de inktstippenteller voor die
kleur automatisch te resetten. Als de
geïnstalleerde inktcartridge niet nieuw is,
moet u op Nee drukken.
• Als na het installeren van de inktcartridge
Geen inktpatroon of
Kan niet detect. op het LCD-scherm
wordt weergegeven, dient u te controleren
of u een nieuwe, originele Brother-
cartridge gebruikt en of deze correct is
geïnstalleerd. Verwijder de inktcartridge
en plaats deze langzaam terug tot u een
klik hoort.
62
BELANGRIJK
• Verwijder inktcartridges ALLEEN als deze
aan vervanging toe zijn. Als u zich niet aan
dit voorschrift houdt, kan de hoeveelheid
inkt achteruitgaan en weet de machine
niet hoeveel inkt er nog in de cartridge zit.
• Raak de houders voor de cartridges NIET
aan. Als u dat doet, kan de inkt vlekken op
uw huid achterlaten.
• Als u inkt op uw huid of kleding krijgt, wast
u deze meteen af met zeep of een
schoonmaakmiddel.
• Als de kleuren gemengd zijn omdat u een
inktcartridge in de verkeerde positie hebt
geïnstalleerd, moet u de printkop
meermaals reinigen nadat de cartridge op
de juiste plaats is geïnstalleerd.
• Installeer een inktcartridge onmiddellijk na
het openen in de machine en verbruik
hem binnen zes maanden na de
installatie. Gebruik ongeopende
inktcartridges vóór de uiterste
verbruiksdatum die op de
cartridgeverpakking vermeld staat.
• Maak de inktcartridge NIET open en
manipuleer er NIET mee; hierdoor kan de
cartridge inkt verliezen.