Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Tone Controls (Toonregelingen); Picture Controls (Beeldregelfuncties) - NAD T 175 Gebruikershandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

BEDIENING
DE T 175 GEBRUIKEN - HOOFDMENU

TONE CONTROLS (TOONREGELINGEN)

De T 175 beschikt over drie toonregelniveaus: hoge tonen, lage tonen en
middentonen. De lage- en hogetoonregelingen zijn alleen van invloed
op de lage tonen en hoge tonen, zodat de kritieke middenfrequentie niet
wordt gekleurd. De middentoonregeling versterkt de "aanwezigheid" van
het middenbereik, waardoor spraak beter verstaanbaar wordt.
Deze regelingen kunnen te allen tijde worden gebruikt om het frequentiebereik
van de bron tijdens de weergave aan te passen. De regelinstelling kan
worden afgesteld door met de toetsen ENTER en
toonregelingen (Tone Control) af te stellen. Dit kan ook worden gedaan door
op de toets "TONE CONTROLS" op het frontpaneel te drukken en vervolgens de
volumeknop naar de gewenste instelling te draaien.
De maximum- en minimumwaarden voor alle drie de toonregelniveaus zijn
+/- 10 dB.
Met "Tone Defeat" kan het toonregeldeel van de T 175 worden aangepast
of volledig worden genegeerd. Wanneer "Off" (Tone Active' in de VFD) is
geselecteerd, zijn de toonregelcircuits actief.
Selecteer "On" ('Tone Defeat' in de VFD) om de toonregelingen te negeren,
waardoor het effect van de toonregelcircuits teniet wordt gedaan.
OPMERKING
Toonregelingsopties kunnen direct met de TONE-toets van de HTRC 1
worden geselecteerd of gewijzigd wanneer de DEVICE SELECTOR in de
stand AMP staat. Selecteer met de TONE-toets "Treble" (Hoge tonen),
"Bass" (Lage tonen) of "Dialog" en pas vervolgens de respectievelijke
niveaus aan met [
]. Sla de instellingen op door nogmaals op
TONE te drukken en ga tegelijkertijd naar de volgende parameter of sluit
het instellen van parameters volledig af.
16

PICTURE CONTROLS (BEELDREGELFUNCTIES)

Met Picture Controls (Beeldregelfuncties) kunt u videoaanpassingen
aanbrengen aan het bronmateriaal of aan de broncomponenten en deze
naar uw voorkeur wijzigen. Stel de volgende niveaus of instellingen in naar
uw eigen wens en voorkeur.
ASPECT MODE (STAND ASPECT)
In de Stand Aspect Mode kunt u een keuze maken uit de mogelijkheden
voor het aanpassen van de configuratie van het uitgaande videosignaal van
de T 175 .
Letterbox: De oorspronkelijke aspectverhouding wordt gehandhaafd,
in het OSD-menu de
waarbij de juiste verhoudingen van de oorspronkelijke afbeelding
behouden blijven. De ongebruikte gedeelten van het scherm blijven leeg.
Zoom: De videodisplay zoomt in op de afbeelding of de scène,
waarbij gedeelten die niet passen, worden weggesneden. Eventuele
ongebruikte gedeelten van het scherm blijven leeg (dat wil zeggen, u
ziet een zwarte band).
Stretch: De afbeelding of scène wordt zijwaarts uitgerekt. Eventuele
ongebruikte gedeelten van het scherm blijven leeg (dat wil zeggen, u
ziet een zwarte band).
BELANGRIJKE OPMERKING
Er is geen zichtbare of waarneembare verandering in de videodisplay
voor één van de hierboven genoemde drie standen van de
aspectverhouding als de "Aspectverhouding" van de broncomponent en
de instellingen voor de Video-installatie van de T 175 (zie de bespreking
van "Aspectverhouding" bij het menu "Video-installatie" bij "Setup
Menu" (Instellingenmenu)) precies gelijk zijn .
EDGE ENHANCEMENT (RANDVERBETERING)
Scherpe details van de harde randen van een afbeelding worden verbeterd,
zonder dat cirkels of lichtkransen worden toegevoegd. Selecteer het
niveau voor de verbetering van het gedetecteerde gebied.
Threshold (Drempel): Past de gevoeligheid aan van het mechanisme voor
verbetering van de randen. Een lagere drempel geeft subtielere grenzen van
kleur die worden herkend als randen. Wanneer een drempel te laag is, kan
dat tot gevolg hebben dat enkele kleine delen van oppervlaktestructuur,
korrel van de film of ruis ten onrechte worden herkend als rand.
NOISE REDUCTION (RUISREDUCTIE)
Deze instelling pakt videovervorming aan zoals videoruis en blocking
artifacts (beeldproblemen door compressie).
CONTRAST
Pas heldere gedeelten (witniveau) van de videoweergave aan.
BRIGHTNESS (HELDERHEID)
Pas de algehele helderheid van de videoweergave aan.
OPMERKING
U kunt opties voor beeldregeling ook direct oproepen en aanpassen
door de numerieke toets "0" van de HTRC 1 in te drukken terwijl DEVICE
SELECTOR op AMP staat. Selecteer met de toetsen [
van een bepaalde optie of pas de niveaus aan.
] de instellingen

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave