9. Installeer de nieuwe systeemventilatoreenheid door de bijgeleverde rubberen koppelingen vóór de
gaatjes in het frame te houden en de koppelingen door de gaatjes te drukken. Trek dan voorzichtig aan
de puntjes van de rubberen koppelingen aan de onderkant totdat de nieuwe systeemventilatoreenheid
goed vastzit.
Figuur 53. De systeemventilatoreenheid installeren
10. Sluit de kabel van de nieuwe systeemventilatoreenheid aan op de aansluiting op de systeemplaat. Zie
'Onderdelen op de systeemplaat' op pagina 6.
11. Installeer het koelvinblok weer. Zie 'Het koelvinblok en de ventilatoreenheid vervangen' op pagina 91.
12. Plaats het vaste-schijfstation weer terug. Zie 'Het vaste-schijfstation vervangen' op pagina 78.
Volgende stappen:
• Als u met een ander stuk hardware wilt werken, gaat u naar het desbetreffende gedeelte.
• Als u de installatie of vervanging wilt voltooien, gaat u naar 'Het vervangen van de onderdelen voltooien'
op pagina 113.
De thermische sensor vervangen
Attentie: Open uw computer niet of probeer geen reparatie voordat u de 'Lees dit eerst: belangrijke
veiligheidsinformatie' op pagina v hebt gelezen en begrepen.
Ga als volgt te werk om de thermische sensor te vervangen:
1. Verwijder alle media uit de stations en schakel alle aangesloten apparatuur uit. Zet dan de computer
uit. Haal vervolgens alle stekkers uit het stopcontact en ontkoppel alle kabels die op de computer
zijn aangesloten.
2. Verwijder de kap van de computer. Zie 'De kap van de computer verwijderen' op pagina 70.
.
Hoofdstuk 9
Hardware installeren en vervangen
101