Inhoudsopgave
Advertenties
Verwarmingsactor 6-voudig met regelaar
draadklem in de verdeler) worden verbonden (aansluitvoorbeeld rechts). Het is
niet absoluut vereist om de nulleiders van de ventielaandrijvingen onmiddellijk
op de actor aan te sluiten.
De nulleiderklemmen van de ventieluitgangen zijn toestelintern gebrugd. De
nulleiderklemmen van de mogen uitsluitend voor de aansluiting van de ventiel-
aandrijvingen van een actor worden gebruikt.
Afbeelding 3: Aansluiting voor ventielaandrijvingen AC 230 V (aansluitvoorbeelden)
links: nulleider van de ventielaandrijvingen afzonderlijk naar de actor geleid /
rechtes: gemeenschappelijke nulleider voor ventielaandrijvingen
￭
Ventielaandrijvingen AC 24 V conform aansluitschema (zie afbeelding 4) aan-
sluiten. Het is mogelijk om de ventielaandrijvingen ofwel telkens afzonderlijk
en direct met de klemmen van de uitgangen van de verwarmingsactor (aan-
sluitvoorbeeld links) of alternatief via een gemeenschappelijke draad te verbin-
den (aansluitvoorbeeld rechts).
links: gescheiden aansluiting van de ventielaandrijvingen afzonderlijk aan de actor /
De met "(N)" gemarkeerde klemmen van de ventieluitgangen zijn toestelintern
gebrugd. Deze klemmen mogen uitsluitend voor de aansluiting van de ventiel-
aandrijvingen van een actor worden gebruikt. In geen geval N-potentiaal (net-
spanning) aansluiten!
￭
Voeding voor stelaandrijvingen op klemmen 8(L) en 8(N) (1) aansluiten.
￭
Buskabel met aansluitklem en correcte polariteit aansluiten.
82406423
J0082406423
Afbeelding 4: Aansluiting voor ventielaandrijvingen AC 24 V
rechts: gemeenschappelijke draad voor ventielaandrijvingen
12 / 18
06.10.2023
Advertenties
Inhoudsopgave
