3.
INGEBRUIKNAME / BEDIENINGSVOORSCHRIFTEN
Voordat de bloter mechanisch aan de machine gekoppeld wordt, dient men eerst na te gaan of:
•
De machine voldoende capaciteit bezit om in alle voorkomende situaties, zoals bij zwenken of draaien, veilig
uitgerust kan worden met de bloter.
•
De te borgen aansluitpunten op de bloter overeenkomen met de aansluitpunten van de machine.
•
Controleer of de aftakas in de hoogste en in de laagste stand van de hefinrichting niets raakt.
•
Draag zorg voor de goede werking van de kettingafscherming aan de achterkant in verband met gevaar voor
uitwerping van harde delen, zoals steentjes e.d. Ontwar eventueel de kettingschalmen.
•
De machine van voldoende scherpe messen is voorzien. Voldoende scherpe messen garanderen een goed
resultaat.
•
Controleer de cardankoppeling op goede borging en voldoende overlap (min. 15 cm).
•
Controleer wekelijks of alle boutverbindingen goed vast zitten.
Na voorgaande punten te hebben nagegaan, kan de bloter mechanisch aan de machine worden gekoppeld. Bij het
mechanisch koppelen moet de machine langzaam tot aan het aanpiksysteem gemanoeuvreerd worden.
Hanteer de handleiding voor specifieke afstellingen. Zie Hoofdstuk 4. „WERKWIJZE / GEBRUIK".
Pagina 7/14
CIRKELMAAIER | Gebruikershandleiding
December 2020