Hoofdstuk 1. Kennismaking met de computer
Het volgende gedeelte omschrijft de functionaliteiten van elke functietoets.
Fn + F1:
Fn + F2:
Fn + F3:
Fn + F4:
Fn + F5:
Fn + F6:
Fn + F7:
Fn + F8:
Fn + F9:
Fn + F10:
Fn + F11:
Fn + F12:
Fn + C:
Fn + S:
Fn + :
Fn + :
Fn + :
Fn + :
Fn + Spatie
(bij bepaalde modellen):
Schakelt het geluid in/uit.
Verlaagt het volumeniveau.
Verhoogt het volumeniveau.
Schakelt de microfoon in/uit.
Vernieuwt het bureaublad of het momenteel actieve venster.
Schakelt het touchpad in/uit.
Schakelt vliegtuigmodus in/uit.
Schakelt de geïntegreerde camera in/uit.
Vergrendelt het scherm.
Schakelt de display heen en weer tussen de computer en een
extern apparaat.
Verlaagt de helderheid van de display.
Verhoogt de helderheid van de display.
Schakelt de scroll-lock in/uit.
Activeert het systeemverzoek.
Activeert de functie van de Pgup-toets.
Activeert de functie van de Pgdn-toets.
Activeert de functie van de home-toets.
Activeert de functie van de end-toets.
Past de toetsenbordverlichting aan (uit
4
dim
helder
uit).