Installatie
Aansluiting op watertoevoer
Gebruik uitsluitend de bij de vaatwasser meegeleverde toevoerslang. Gebruik geen oude slangen
of andere reserveslangen.
De toevoerleiding moet worden voorzien van een waterkraan (afsluitkraan). De waterkraan moet
goed toegankelijk zijn, zodat het water kan worden afgesloten als de vaatwasser verplaatst moet
worden.
Wanneer de installatie eenmaal klaar is, kan de waterkraan worden opengedraaid. Wacht even tot
de waterdruk zich heeft opgebouwd. Controleer of de aansluiting waterdicht is.
Aansluiting op koudwatertoevoer
Sluit de vaatwasser aan op de koudwatertoevoer indien het gebouw wordt verwarmd met olie,
elektriciteit of gas.
Aansluiting op warmwatertoevoer
Sluit de vaatwasser aan op de warmwatertoevoer (max. 70 °C) indien het gebouw wordt verwarmd
met een energiezuinige warmtebron zoals stadsverwarming, zonne-energie of geothermische energie.
De keuze van een warmwateraansluiting verlaagt het energieverbruik van de vaatwasser.
LET OP!
Overschrijd de toegestane temperatuur van het toegevoerde water niet. Diverse materialen in
bepaald kookgerei kunnen niet tegen hoge temperaturen. Zie Breekbare vaat in hoofdstuk Inruimen
van de vaatwasser.
Elektrische aansluiting
Informatie over de elektrische aansluiting vindt u op het typeplaatje. Deze specificatie moet
overeenkomen met de stroomvoorziening.
De vaatwasser moet op een geaard stopcontact aangesloten zijn.
De wandcontactdoos moet buiten het installatiegebied worden geplaatst, zodanig dat deze na het
plaatsen van de vaatwasser eenvoudig toegankelijk is. Maak geen gebruik van een verlengsnoer!
42