Opmerking: Instrumenttracks zijn vrijwel identiek aan audiotracks. In de lijst met invoerbronnen voor instrumenttracks worden de
beschikbare externe MIDI-apparaten weergegeven, evenals eventuele virtuele instrumenten die aan de song zijn toegevoegd.
6.1 Een audiotrack opnemen
Om te beginnen met opnemen, maakt u een audiotrack vanuit het venster Tracks toevoegen, stelt u de ingang in op Ingang 1 op
uw interface en sluit u een microfoon aan op dezelfde ingang.
Selecteer Opnemen inschakelen op de track. Verhoog het niveau van ingang 1 op uw audio-interface terwijl u in de microfoon
spreekt/zingt. Je zou de invoermeter in Studio One Prime moeten zien reageren op de invoer.
Pas de versterking aan zodat het ingangsniveau bijna het maximum bereikt, zonder clipping (vervorming).
U bent nu klaar om te beginnen met opnemen. Voor volledige instructies kunt u de Studio One Reference-handleiding raadplegen
in Help | Studio One-referentiehandleiding.
6.2 Virtuele instrumenten en effecten toevoegen
U kunt plug-ins en instrumenten aan uw song toevoegen door ze vanuit de browser te slepen en neer te zetten.
Je kunt ook een effect of een groep effecten van het ene kanaal naar het andere slepen, aangepaste effectketens slepen en direct je
favoriete voorinstelling voor virtuele instrumenten laden zonder ooit door een menu te scrollen.
De browser openen.
In de rechter benedenhoek van het venster Schikken bevinden zich drie knoppen:
l Met de knop Bewerken worden de audio- en MIDI-editors geopend en gesloten.
l Met de Mix-knop wordt het Mixer-venster geopend en gesloten.
6.1 Een audiotrack opnemen
26