Inhoudsopgave
Advertenties
Functiebeschrijving
De ECL 100S regelt de warmwatertemperatuur in de boiler
en stuurt de pomp en de ketel voor de verwarming.
Op de regelaar wordt de warmwatertemperatuur van de
boiler ingesteld. Deze wordt geregeld door het in- en
uitschakelen van de ketel en de oplaadpomp tot de
ingestelde temperatuur is bereikt.
De triac- en relaisuitgangen worden geschakeld in functie
van de stand van de functieschakelaar. De circulatiepomp
van de verwarming wordt uitgeschakeld tijdens het
opladen van de boiler om zo snel mogelijk de ingestelde
temperatuur te bereiken (boilervoorrangsschakeling).
Zowel een kamerthermostaat als een afstandsbediening
ECA 61(met ingebouwde ruimtevoeler) kunnen worden
aangesloten. De kamerthermostaat of ECA 61 schakelt de
ketel en de circulatiepomp op basis van de warmtevraag.
Indien de ruimtetemperatuur wordt geregeld door een
afstandsbediening ECA 61, dan gedraagt de regelaar zich
als een ruimteregelaar, wat een meer constante
ruimtetemperatuur tot gevolg heeft. De beïnvloedingsfactor
van de ruimtetemperatuur kan op de ECA 61 worden
ingesteld.
Er is een nadraaitijd voorzien op de circulatiepomp voor de
verwarming om te hoge temperaturen in de ketel te
voorkomen (restwarmte wordt naar de verwarming
gestuurd). De nadraaitijd voor de circulatiepomp is
tweemaal langer dan deze van de instelbare nadraaitijd
voor de oplaadpomp.
4
Functiebeschrijving
De ECL 100S regelt de warmwatertemperatuur in de boiler
en stuurt de pomp en de ketel voor de verwarming.
Op de regelaar wordt de warmwatertemperatuur van de
boiler ingesteld. Deze wordt geregeld door het in- en
uitschakelen van de ketel en de oplaadpomp tot de
ingestelde temperatuur is bereikt.
De triac- en relaisuitgangen worden geschakeld in functie
van de stand van de functieschakelaar. De circulatiepomp
van de verwarming wordt uitgeschakeld tijdens het
opladen van de boiler om zo snel mogelijk de ingestelde
temperatuur te bereiken (boilervoorrangsschakeling).
Zowel een kamerthermostaat als een afstandsbediening
ECA 61(met ingebouwde ruimtevoeler) kunnen worden
aangesloten. De kamerthermostaat of ECA 61 schakelt de
ketel en de circulatiepomp op basis van de warmtevraag.
Indien de ruimtetemperatuur wordt geregeld door een
afstandsbediening ECA 61, dan gedraagt de regelaar zich
als een ruimteregelaar, wat een meer constante
ruimtetemperatuur tot gevolg heeft. De beïnvloedingsfactor
van de ruimtetemperatuur kan op de ECA 61 worden
ingesteld.
Er is een nadraaitijd voorzien op de circulatiepomp voor de
verwarming om te hoge temperaturen in de ketel te
voorkomen (restwarmte wordt naar de verwarming
gestuurd). De nadraaitijd voor de circulatiepomp is
tweemaal langer dan deze van de instelbare nadraaitijd
voor de oplaadpomp.
4
Schema installatievoorbeeld
Schema installatievoorbeeld
5
5
Advertenties
Inhoudsopgave
