Instellingen voor de gebruiker
1. Instelknop boilertemperatuur
Met de instelknop wordt de gewenste boilertemperatuur
ingesteld. (Instelling : tussen 20 en 80°C)
Nota : stel de ketelthermostaat (aquastaat) in op een waarde
die minstens 20°C hoger is dan de gewenste boilertemperatuur.
Voorbeeld : sanitair warmwater : 50°C
Ketelthermostaat
12
9
6
16
Instellingen voor de gebruiker
1. Instelknop boilertemperatuur
Met de instelknop wordt de gewenste boilertemperatuur
ingesteld. (Instelling : tussen 20 en 80°C)
Nota : stel de ketelthermostaat (aquastaat) in op een waarde
die minstens 20°C hoger is dan de gewenste boilertemperatuur.
Voorbeeld : sanitair warmwater : 50°C
Ketelthermostaat
12
9
6
16
: 70°C
3
: 70°C
3
2. Functieschakelaar
Wat betekenen de symbolen bij de functieschakelaar?
Stand-by. De regelaar is uitgeschakeld.
De ingebouwde vorstbeveiliging houdt de
verwarmingsketel en boiler op minimum 10°C.
Automatisch. Dit is de normale stand.
Boilertemperatuurregeling en verwarming.
Inbouwklok ECA 100 of weekprogramma van
ECA 61 kan worden gebruikt voor temperatuur-
verlaging van de boiler volgens programma.
Continu boilertemperatuurregeling en
verwarming. Wanneer een klokprogramma is
voorzien voor de boiler wordt deze continu naar
dagbedrijf geschakeld.
Handbediening. Voor service en onderhoud.
Circulatiepomp verwarming en ketel zijn
continu ingeschakeld. Oplaadpomp boiler
continu uitgeschakeld. Keteltemperatuur
begrensd door ketelthermostaat.
Zomerstand. Circulatiepomp verwarming
uitgeschakeld. Ketel en oplaadpomp
ingeschakeld bij warmtevraag van de boiler.
Enkel warmwaterfunctie is actief.
2. Functieschakelaar
Wat betekenen de symbolen bij de functieschakelaar?
Stand-by. De regelaar is uitgeschakeld.
De ingebouwde vorstbeveiliging houdt de
verwarmingsketel en boiler op minimum 10°C.
Automatisch. Dit is de normale stand.
Boilertemperatuurregeling en verwarming.
Inbouwklok ECA 100 of weekprogramma van
ECA 61 kan worden gebruikt voor temperatuur-
verlaging van de boiler volgens programma.
Continu boilertemperatuurregeling en
verwarming. Wanneer een klokprogramma is
voorzien voor de boiler wordt deze continu naar
dagbedrijf geschakeld.
Handbediening. Voor service en onderhoud.
Circulatiepomp verwarming en ketel zijn
continu ingeschakeld. Oplaadpomp boiler
continu uitgeschakeld. Keteltemperatuur
begrensd door ketelthermostaat.
Zomerstand. Circulatiepomp verwarming
uitgeschakeld. Ketel en oplaadpomp
ingeschakeld bij warmtevraag van de boiler.
Enkel warmwaterfunctie is actief.
17
17