Houd u aan alle veiligheidsvoorschriften en
regelgeving bij het gebruik van het toestel
tijdens het besturen van een motorvoertuig
Terwijl u rijdt, is het veilig besturen van het motorvoertuig uw eerste prioriteit.
Gebruik tijdens het rijden uw mobiele toestel niet, als dit wettelijk is verboden.
Gebruik voor uw veiligheid en die van anderen altijd uw gezonde verstand
en onthoud de volgende tips:
•
Gebruik een handsfree toestel.
•
Oefen u in het gebruik van het toestel en de handige functies zoals
snelkiezen en automatisch herhalen. Met deze functies kunt u sneller
oproepen starten of aannemen op uw mobiele toestel.
•
Houd het toestel binnen handbereik. Zorg ervoor dat u het draadloze
toestel kunt bedienen terwijl u uw ogen steeds op de weg gericht houdt.
Als u wordt gebeld op een moment dat het u niet goed uitkomt, laat u de
voicemail antwoorden.
•
Laat de persoon waarmee u spreekt weten dat u aan het rijden
bent. Onderbreek gesprekken in druk verkeer of gevaarlijke
weersomstandigheden. Regen, hagel, sneeuw, ijzel en druk
verkeer kunnen gevaarlijk zijn.
•
Maak geen notities en zoek geen telefoonnummers op. Als u een notitie
maakt of door een agenda bladert, wordt uw aandacht afgeleid van veilig
rijden, wat toch uw primaire verantwoordelijkheid is.
•
Bel verstandig en schat de verkeersdrukte in. Start een gesprek wanneer
u stilstaat of voordat u zich in het verkeer begeeft. Probeer gesprekken
te plannen tijdens perioden dat uw auto stilstaat. Als u toch iemand
moet bellen, kies dan eerst een paar cijfers van het nummer, controleer
vervolgens de weg en de spiegels en ga dan verder.
•
Begin niet aan stressrijke of emotionele gesprekken waardoor
uw aandacht kan verslappen. Laat de mensen waarmee u spreekt
weten dat u aan het rijden bent en onderbreek gesprekken waardoor
uw aandacht mogelijk van de weg wordt afgeleid.
•
Gebruik uw toestel om hulp in te schakelen. Bel een lokaal alarmnummer
in het geval van brand, verkeersongelukken of andere noodsituaties.
•
Gebruik uw toestel om anderen in noodsituaties te helpen. Als u een
verkeersongeval, een misdrijf of een noodsituatie waarbij levens in
gevaar zijn ziet, belt u een lokaal alarmnummer.
•
Bel indien nodig het nummer van een hulpdienst of een speciaal
niet-alarmnummer voor verdere hulp. Als u een gestrand voertuig ziet
dat geen direct gevaar oplevert, een kapot verkeersteken, een klein
verkeersongeval waarbij niemand gewond lijkt of een auto waarvan
u weet dat die is gestolen, belt u een nummer van een hulpdienst of
een ander, speciaal niet-alarmnummer.
22