Toepassing en implementatie
2 2.1
Aan de slag
2
Toepassing en implementatie
2.1
Aan de slag
2.2
Koeling
De CDL12 kan worden geconfigureerd als een individuele puntbronluidspreker of in een verticale array
met andere CDL12-luidsprekers en de CDL18s-subwoofer. Geïntegreerde rigging maakt een eenvoudige en
veilige box-to-box-implementatie mogelijk. Bij het ophangen van twee of meer array-luidsprekers uit de CDL-
serie heeft PreSonus het CDL Rigging Grid nodig. Met dit afzonderlijk verkochte ophangrooster kunnen maximaal
(6) CDL12-luidsprekers of maximaal (5) CDL12-luidsprekers met maximaal (2) CDL18s-subwoofers in een
verticale opstelling worden opgehangen. Zie het diagram in paragraaf 2.6 voor alle ondersteunde
configuraties .
Er kunnen maximaal twee CDL12-luidsprekers worden gebruikt op een statief of op een subpaal
boven de subwoofer van de CDL18 (zie sectie 2.7 voor beperkingen en richtlijnen).
De CDL12 is uitgerust met een paalmontage met twee standen voor een flexibelere
dekking bij paalmontage (0ÿ of 10ÿ naar beneden).
BELANGRIJK: Wanneer u luidsprekers aan elkaar bevestigt, bevestigt u in alle gevallen
de onderste eenheid aan de luidspreker er direct boven, waarbij u langs het rooster
naar de bovenste eenheid beweegt en eindigt met het CDL Rigging Grid.
WAARSCHUWING: De CDL12 weegt 65 lbs. (29,5kg). De CDL18s weegt 105 pond. (47,6 kg)
Gebruik de juiste tiltechnieken om ernstig letsel te voorkomen. Zie sectie 2.4 voor de maximale
hangende belasting.
WAARSCHUWING: Zorg er bij het monteren of demonteren van array-luidsprekers voor dat alle
componenten tijdens het hele proces goed worden ondersteund om schade of letsel te voorkomen.
WAARSCHUWING: Om zeker te zijn van een veilige vergrendeling, dient u te controleren of de
luidsprekers goed zijn uitgelijnd voor verticale opstelling van doos tot doos. Als de luidsprekers niet
goed zijn uitgelijnd, kan er fysieke schade en persoonlijk letsel optreden. De bovenkant van elke luidspreker
moet evenwijdig zijn aan de onderkant van het apparaat erboven. Voor ophanging moet de bovenste
eenheid stevig aan het CDL Rigging Grid worden bevestigd.
Voordat u begint, volgen hier enkele algemene vuistregels:
• Zorg er altijd voor dat uw luidsprekers zijn uitgeschakeld wanneer u aansluitingen maakt. • Zorg ervoor dat uw
invoer niet clipt. Bekijk de Clip-LED aan de achterkant van uw luidspreker. Wanneer deze LED gaat
branden, geeft dit aan dat de analoog-naar-digitaal-converters het gevaar lopen overstuurd
te worden. Het oversturen van de converters veroorzaakt digitale vervorming, wat
verschrikkelijk klinkt.
Uw PA en aangesloten apparatuur moeten in de volgende volgorde worden ingeschakeld:
1. Geluidsbronnen (keyboards, DI-boxen, etc.) aangesloten op uw mixer
2. Menger
3. Luidsprekers uit de CDL-serie
Wanneer het tijd is om uit te schakelen, moet uw systeem in de omgekeerde volgorde worden uitgeschakeld.
Luidsprekers uit de CDL-serie worden intern gevoed. Als zodanig gebruiken ze een
eindversterker die warmte produceert. Zorg voor een vrije ruimte van minimaal 152,4
mm aan de achterkant van de behuizing voor koeling.
Beperk de luchtstroom naar de achterkant van de luidsprekerbehuizing niet.
LET OP: Om oververhitting te voorkomen, mag u geen behuizingen installeren waarbij de
versterkerpanelen zijn blootgesteld aan direct zonlicht. Dit kan de versterkermodule verwarmen en verminderen
prestatie. Installeer parasols om directe blootstelling te voorkomen. De maximale omgevingstemperatuur
voor volledige prestaties mag niet hoger zijn dan 40ÿ C (104ÿ F).
LET OP: Installeer behuizingen niet op plaatsen waar deze worden blootgesteld aan regen of ander
vocht. Luidsprekers uit de CDL-serie zijn niet weerbestendig. Bij installaties buitenshuis moet
bescherming tegen de elementen worden geboden.
CDL-serie
Gebruikershandleiding
3