2
Aansluiting
2.1
Aansluitingen en bedieningselementen op het achterpaneel
2 Aansluiting
2.1
Aansluitingen en bedieningselementen op het achterpaneel
(duw)
2.2 Prestatiemonitoring aan boord
2.3 Tuningfuncties aan boord
Lijningang. Dit is een gebalanceerde XLR-aansluiting voor invoer op lijnniveau. Gebruik de lijningang om de
luidspreker aan te sluiten op een StudioLive digitale mixer of een ander mengpaneel, rechtstreeks of via de
lijnuitgang op een andere CDL-luidspreker.
Direct uit. Dit is de Direct Out voor de lijningang. Gebruik deze om verbinding te maken met een andere
CDL-luidspreker.
Meester vol. Deze knop bepaalt het masteruitgangsniveau (volume) van de CDL-subwooferversterker.
Het heeft geen invloed op het signaalniveau van de directe uitgang. Druk op deze knop om toegang
te krijgen tot alle DSP-functies in uw CDL-luidspreker.
Tip voor ervaren gebruikers: Een subwoofer kan de frequentierespons van een systeem met volledig
bereik aanzienlijk veranderen. Een 3-wegsysteem met subwoofer zal onder de 80 tot 100 Hz 6 tot 18 dB heter
zijn. Stel het juiste niveau voor uw subwoofer in voordat u de systeem-EQ aanpast.
Beheers prestatiemonitoring. Deze 4 LED's geven de prestatiestatus
van de interne versterker weer:
• SIG. Deze LED gaat branden als het ingangssignaal boven de -50 dB komt.
• -3 dB. Wanneer deze LED brandt, heeft het ingangssignaal de -3 dB overschreden.
• LIM. De beveiligingsbegrenzer is ingeschakeld wanneer dit lampje gaat branden.
• KLEM. De clip-LED gaat branden als het ingangssignaal aanwezig is
overschreden 0,5 dBFS, en de ADC is aan het clippen, of wanneer de versterker de
maximale bovengrens overschrijdt (afhankelijk van de belasting).
Tip voor ervaren gebruikers: stel uw ingangsniveaus nooit hoger in dan de
kanaalingangen aankunnen. Als u de A/D-converters overstuurt, veroorzaakt dit
digitale vervorming (digitale clipping), wat vreselijk klinkt.
Met de CDL-luidspreker kunt u de prestaties van de luidspreker eenvoudig aanpassen aan uw toepassing.
Om toegang te krijgen tot de bedieningselementen, drukt u eenvoudigweg op de masterniveau-
encoder en draait u deze om door de menu-opties te bladeren. Druk nogmaals op de encoder
om een parameter te selecteren en aan te passen. Druk nogmaals om door te gaan met scrollen.
Modus. Hiermee selecteert u een voorinstelling die is geoptimaliseerd voor configuraties. Selecteer de
configuratievoorinstelling voor het aantal CDL-luidsprekers dat samen is opgesteld (1 box tot 6 boxen).
HPF. Schakelt het ingebouwde 90 Hz hoogdoorlaatfilter in/uit.
Sub-modus. Past de crossover-frequentie en de vertraging aan voor de gebruikte PreSonus-
subwoofer (CDL Sub18, CDL18s, ULT18 of AIR18s).
Wanneer u de CDL-luidspreker zonder subwoofers gebruikt, selecteert u "Uit".
CDL12P / CDL 10P
Gebruikershandleiding
3