Tabel 24. Vereisten voor en gebruik van verschillende wachtwoordtypen
Wachtwoordtype
Beheerderswachtwoord
Gebruikerswachtwoord
Masterwachtwoord voor de vaste
schijf
Gebruikerswachtwoord voor de
vaste schijf
Opmerkingen:
• Alle wachtwoorden die in het configuratieprogramma worden ingesteld, mogen alleen alfanumerieke
tekens bevatten.
• Als u het configuratieprogramma start met het gebruikerswachtwoord, kunt u slechts enkele instellingen
wijzigen.
Beheerderswachtwoord instellen
Stel het beheerderswachtwoord in om onbevoegde toegang tot UEFI/BIOS Setup Utility te voorkomen.
Attentie: Als u het beheerderswachtwoord vergeet, kan een door Lenovo geautoriseerde
servicemedewerker uw wachtwoord niet opnieuw instellen. U moet de console naar een door Lenovo
geautoriseerde servicemedewerker brengen om de systeemplaat te laten vervangen. U moet hiervoor een
bewijs van aankoop kunnen overleggen. Bovendien kunnen er kosten voor onderdelen en service in rekening
worden gebracht.
Stap 1. Open UEFI/BIOS Setup Utility.
Stap 2. Selecteer Security ➙ Set Administrator Password en druk op Enter.
Stap 3. Voer een wachtwoord in dat alleen letters en cijfers bevat en druk vervolgens op Enter.
Stap 4. Voer het wachtwoord opnieuw in en druk op Enter.
Stap 5. Selecteer Exit ➙ Exit Saving Changes.
De volgende keer dat u de console opstart, moet u het beheerderswachtwoord invoeren om de Setup Utility
te openen. Als Power on Password is ingeschakeld, moet u het beheerderswachtwoord of het
gebruikerswachtwoord invoeren om de console op te starten.
Beheerderswachtwoord wijzigen of wissen
Alleen de beheerder kan het beheerderswachtwoord wijzigen of wissen.
Stap 1. Open UEFI/BIOS Setup Utility met het beheerderswachtwoord.
Stap 2. Selecteer Security ➙ Set Administrator Password en druk op Enter.
Stap 3. Voer het huidige wachtwoord in.
Stap 4. Voer het nieuwe wachtwoord in het veld Enter New Password in.
Stap 5. Voer het nieuwe wachtwoord nogmaals in het veld Confirm New Password in.
30
Gebruikershandleiding
Vereiste
Nee
Het beheerderswachtwoord moet
zijn ingesteld.
Nee
Het masterwachtwoord moet zijn
ingesteld.
Gebruik
Voer dit in om het
configuratieprogramma te starten.
Gebruik het gebruikerswachtwoord
om het configuratieprogramma te
starten.
Voer dit in om het besturingssysteem
te starten.
Gebruik het gebruikerswachtwoord
voor de vaste schijf om het
besturingssysteem te starten.