7
OPTIES
7.1
Energiemeter met stroombegrenzing (optioneel) [Energy Meter including Current Limit]
Optioneel kan een energiemeter op het apparaat geïnstalleerd worden. De energiemeter wordt via Modbus aangesloten
op de controller van het apparaat, die alle relevante technische gegevens kan weergeven, zoals:
•
Leiding-leidingspanning (per fase en gemiddeld)
•
Netstroom (per fase en gemiddeld)
•
Actief Vermogen
•
Cos Phi
•
Werklastenergie
Zie voor meer informatie hoofdstuk 5.2.2.1. Al deze gegevens zijn ook toegankelijk vanuit een BMS door deze aan te
sluiten op een communicatiemodule. Zie de handleiding communicatiemodule voor gegevens over het apparaat en
parameterinstellingen.
Zowel de energiemeter als de controller van het apparaat moeten goed ingesteld zijn. De aanwijzingen hieronder
verschaffen meer informatie over het instellen van de energiemeter. Raadpleeg de specifieke instructies van de
energiemeter voor meer informatie over de werking van het instrument.
Instellingen Energiemeter (Nemo D4-L / Nemo D4-Le)
Password (indrukken + enter) 1000
Aansluiting
Adres
Baud
Par
Timeout
Paswoord 2
CT-ratio
VT-ratio
Nadat de energiemeter geconfigureerd is, de volgende stappen in de controller van het apparaat uitvoeren:
•
Ga via het Hoofdmenu naar Weergave/Instelling Systeem → Inbedrijfstelling Systeem → Configuratie → Systeem
•
Stel in op Mtr = Nemo D4-L of Nemo D4-Le
De energiemeter-optie omvat de stroombegrenzing-functie, waarmee het apparaat de capaciteit kan beperken om een
vooraf bepaalde instelwaarde voor de stroom niet te overschrijden. Deze instelwaarde kan inges teld worden op het display
van het apparaat of kan gewijzigd worden van een extern 4-20A signaal.
De stroombegrenzing moet ingesteld worden volgens de volgende instructies:
•
Ga via het Hoofdmenu naar Weergave/Instelling Systeem → Energiebesparing
In het menu zijn de volgende instellingen met betrekking tot de stroombegrenzing beschikbaar:
Stroom unit
Stroombegrenzing
Current Lim Sp
7.2
Snelle herstart (optioneel) [Rapid Restart]
Deze koeler kan een procedure voor Snelle Herstart (optioneel) activeren als reactie op een stroomstoring. Er wordt een
digitaal contact gebruikt om de regeleenheid te informeren dat de functie geactiveerd is. De functie wordt in de fabriek
geconfigureerd.
Snelle herstart wordt geactiveerd onder de volgende voorwaarden:
•
De stroomstoring duurt reeds 180 seconden
•
De eenheid en de schakelaars van het circuit zijn AAN
•
Er is geen sprake van alarmen eenheid of circuit
•
Het systeem heeft gewerkt in de normale status Werking
•
Het setpoint voor de Inschakeling BMS-koeler is ingesteld op Inschakelen als de besturingsbron gelijk is aan
Netwerk
Als de stroomstoring meer dan 180 seconden duurt, zal het systeem starten op basis van de instelling van de Stop -tot-
start cyclustimer (minimale instelling 3 minuten) en belasting per standaardunit zonder Snelle Herstart.
Wanneer Snelle Herstart actief is, zal het systeem binnen 30 seconden na het herstel van de stroom weer starten. De tijd
voor het herstel van de volledige lading is afhankelijk van de omstandigheden van het systeem en de belasting.
D-EOMWC00803-26_02NL - 42/45
3-2E
driefase Aron System
020
19,2
kbps
Geen
pariteitsbit
3
seconde
2001
zie CT-label stroomtransformator ratio (bijv. als CT 600:5 is ingesteld op 120)
1
geen spanningstransformatoren (behalve bij 690V koeler)
Geeft de stroombegrenzing weer
Geeft de actieve stroombegrenzing weer (die verschaft kan worden door een extern signaal als het
apparaat in netwerk-modus is)
Stel de instelwaarde voor de stroombegrenzing in (als het apparaat in lokale modus is)