beschermd met een wachtwoordverificatiesysteem. U hebt alleen toegang tot de
gegevens op deze vaste schijf als u het juiste wachtwoord opgeeft.
Geef het wachtwoord voor de vaste schijf op en druk op <Enter>.)
U kunt doorgaan nadat u uw wachtwoord (maximaal 8 tekens) hebt opgegeven). Druk op <Esc> als u de computer in de vorige staat wilt herstellen. Als u niet
binnen twee minuten een wachtwoord opgeeft, keert uw computer terug naar de vorige status waarin deze verkeerde.
Mocht u het verkeerde wachtwoord hebben opgegeven, dan wordt het volgende bericht weergegeven:
Invalid password
[Press Enter to retry]
(Ongeldig wachtwoord. [Druk op Enter om het opnieuw te proberen])
Als u niet in drie pogingen of minder het juiste wachtwoord hebt opgegeven, probeert de computer vanaf een ander opstartbaar apparaat op te starten als
de optie Boot First Device (Eerste opstartapparaat) in System Setup is ingesteld op het opstarten vanaf andere apparaten. Als de optie Boot First Device
(Eerste opstartapparaat) niet is ingesteld op het opstarten vanaf andere apparaten, keert de computer terug naar de status waarin deze verkeerde toen de
computer werd ingeschakeld.
Als het wachtwoord voor de vaste schijf, het wachtwoord voor de externe vaste schijf en het systeemwachtwoord hetzelfde zijn, wordt u alleen naar het
systeemwachtwoord gevraagd. Als het wachtwoord voor de vaste schijf anders is dan het systeemwachtwoord, wordt u naar beide wachtwoorden gevraagd.
Twee verschillende wachtwoorden bieden een hogere mate van beveiliging.
OPMERKING:
het Administrator-wachtwoord biedt weliswaar toegang tot de computer, maar geen toegang tot een vaste schijf die met een
wachtwoord voor de vaste schijf wordt beschermd.
Terug naar de overzichtspagina