Plaatsings- en
bedieningsvoorschriften
6.
Bedrijf
6.1 Gebruik
Doelgericht gebruik
De SINKAMAT
®
is een afval-
water opvoerinstallatie voor
inbouw onder de vloer in
ruimtes voor bijv. sauna-,
fitness- en hobbyruimtes
(kelderafwatering), die voor-
namelijk in kelders onder het
maaiveldniveau liggen.
De temperatuur van het te
verpompen water mag tijdens
continubedrijf de 45º C niet
overschrijden. Gedurende korte
tijd ca. 3 minuten mag water
van 80º C uit de wasmachine
toelopen.
Voor de hand liggend misbruik:
De SINKAMAT
®
is niet geschikt
voor het verpompen van vet-
houdend afvalwater, fecaliën,
dikke stoffen, bouwafvalwater
of van schadelijke stoffen.
6.2
6.2
6.2 Garantie
6.2
6.2
Garantie
Garantie
Garantie
Garantie
Schade of gebreken gecon-
stateerd bij aflevering van de
goederen of verborgen schade
moet onmiddellijk na ontdekking
ervan door de besteller schrif-
telijk gereclameerd worden.
ACO BV moet de gelegenheid
krijgen de gereclameerde
schade ter plaatse zelf of door
een vertegenwoordiger vast te
stellen. Afgekeurde goederen
dienen op verzoek direct aan
ACO BV teruggestuurd te
worden. Wanneer de besteller
deze verplichtingen niet nakomt
of zonder toestemming van
ACO BV veranderingen aan de
reeds afgekeurde goederen
uitvoert, verliest hij mogelijk de
aanspraak op garantie.
ACO BV levert met een 12
maanden garantie. De aan-
spraak op garantie begint op
de dag van levering. Bij ge-
rechtvaardigde schadere-
clamekring binnen de termijn,
repareert ACO BV naar eigen
inzicht de goederen of levert
een correcte vervanging.
Werkzaamheden binnen de
garantie mogen alleen door
service partners van ACO BV
uitgevoerd worden. Verder-
gaande aanspraken van de
besteller vooral op het gebied
van door schade veroorzaakte
gevolgschade zijn uitgesloten.
6.3 Bediening
De apparaten werken
volautomatisch.
7.
Onderhoud
In navolging van DIN 1986 deel
31 zijn de volgende werkzaam-
heden uit te voeren:
7.1 Door de exploitant uit
te voeren onderhouds-
werkzaamheden
- De installatie één keer in de
maand op werking en
waterdichtheid controleren
d.m.v. het bekijken van een
complete schakelcyclus.
7.2 Onderhoud door
vakmensen
Tijdsintervallen:
- ¼ jaar bij installaties
industriële bedrijven
- ½ jaar bij installaties in
meergezinswoningen
- 1 jaar bij eengezinswoningen
Onderhoudswerkzaamheden:
- controleren of de aanslui-
tingen waterdicht zijn door de
omgeving en de armaturen
van de installatie te
controleren.
- openen en reinigen van de
keerkleppen (Paragraaf 9.2.)
- schoonmaken van de pomp
en het rechtstreeks
aangesloten leidingwerk
- schoonmaken van de
binnenzijde van de tank (indien
nodig resp. volgens speciale
eisen)
- controleren van het
elektrische deel van de
installatie
- controleren van de toestand
van de bezinksel
verzamelruimte
- elke 2 jaar de installatie
doorspoelen met water
Na het afronden van de
onderhoudswerkzaamheden is
de installatie na een uit te
voeren testrun weer in bedrijf te
nemen. Er moet een rapport
opgesteld worden met daarin
een overzicht van alle
uitgevoerde werkzaamheden en
relevante gegevens.
Wanneer een schade
vastgesteld wordt die niet te
verhelpen is, moeten de onder-
houd uitvoerende vakmensen dit
direct schriftelijk aan de exploi-
tant melden en de betreffende
werkbon af laten tekenen.
De exploitant van de installatie
wordt aanbevolen, voor de
regelmatig uit te voeren onder-
houds- en in stand houdings-
werkzaamheden een onder-
houdscontract af te sluiten.
8.
Dompelpomp
8.1 Eerst informeren
Dompelpompen
De pomptypen zijn
dompelpompen voor het
verpompen van vloeistoffen.
Kenmerken van dompelpompen
Elke dompelpomp wordt door
een typeplaatje op de
handgreep gekenmerkt.
Het typeplaatje bevat
opgaven over: serienummer
en technische gegevens
zoals:
Type
motorvermogen
isolatieklasse
spanning
toerental motor
bouwjaar
frequentie
stroomopname
productienummer
max. opvoerhoogte
max. opvoervermogen
max. dompeldiepte
Doelgericht gebruik
De pompen zijn uitsluitend
voor het verpompen van
huishoudelijk afvalwater
zonder schadelijke stoffen
overeenkomstig DIN 1986-
deel 3 schetst. Ze dient voor
stationaire inzet. Tot doelge-
richt gebruik hoort ook, dat
alle opgaven en aanwijzingen
uit de voorliggende gebruiks-
handleiding in acht genomen
worden.
Onrechtmatig gebruik
De pompen mogen niet
anders gebruikt worden dan
staat beschreven in het
onderdeel "doelgericht
gebruik". Elk ander gebruik
geld als onrechtmatig.
Voorbeelden van
onrechtmatig gebruik zijn:
Inzet voor het verpompen van
- Fecaliën
- Vaste stoffen met een
korrelgrootte van meer
dan 10 mm
- zee- en zoutwater
- zuren en sterke logen
- brandbare vloeistoffen
- hete vloeistoffen (boven
45º C), korte tijd (max. 3
min.) zijn vloeistoftempe-
raturen tot 80º toegestaan,
zoals vuil water uit de was- of
afwasmachine.
Elk onrechtmatig gebruik kan
tot gevolg hebben:
- schade aan de pomp
- schade aan andere
waardevolle onderdelen