Kamer luchten
Als de lucht in de kamer bedompt is, kunt u de ventilator van de
airconditioner inschakelen en desgewenst de minder frisse lucht naar
buiten afvoeren.
1
Druk zo nodig op de
Gevolg:
Het Aan/Uit lampje op de vaste afstandsbediening gaat aan.
De airconditioner wordt gestart in dezelfde stand waarin hij
stond toen hij de laatste keer werd uitgeschakeld.
2
Om de stand VENTILEREN te kiezen, drukt u één of enkele keren op de
Mode toets, tot het symbool
Gevolg:
De airconditioner start op in de bedrijfsstand VENTILEREN.
3
Kies de gewenste ventilatorsnelheid door de ventilatortoets één of enkele
keren in te drukken totdat de gewenste snelheid wordt getoond:
Laag
Middel
Hoog
4
Voor het regelen van de luchtstroom, zie hieronder.
Regelen luchtstroom
Afhankelijk van de plaats waar de airconditioner is gemonteerd, kunt u
de stand van de binnenste luchtroosters aanpassen voor een efficiëntere
werking.
1
Druk op de Swing toets.
Gevolg:
De roosters bewegen automatisch op en neer.
Wanneer u de airconditioner voor de eerste keer aanzet,
BELANGRIJK
bewegen de roosters op en neer.
2
Om de beweging van het rooster te stoppen,
toets.
Om het rooster in een bepaalde stand vast te zetten, drukt u weer op
op het moment dat het rooster in de gewenste stand staat.
de Swing toets
N N
N N
. .
. .
B B
B B
. .
. .
Roosters die u niet met de Swing toets kunt instellen, kunt u
met de hand in de gewenste stand zetten.
(Aan/Uit) toets.
bovenin de afstandsbediening verschijnt.
drukt u nogmaals op de Swing
17
NL-