AUX IN-aansluiting
Gebruik een kabel met stereo-ministekker om
hier uw audiospeler aan te sluiten.
Als u het ingangsniveau van de AUX-ingang
wilt wijzigen, gebruikt u de volumeregeling
van het aangesloten apparaat (bijvoorbeeld
audiospeler).
De stroom inschakelen
Schakel de stroom naar de versterker als
Bij het inschakelen
laatste in.
Schakel de stroom naar de versterker als
Bij het uitschakelen
eerste uit.
1. Zet de [POWER]-schakelaar op ON.
MEMO
U kunt het uitgangsvolume aanpassen (
Auto Off-instellingen
De stroom wordt automatisch uitgeschakeld na tien uur sinds u de
RC-202 voor het laatst hebt gebruikt om muziek af te spelen of sinds u
het apparaat hebt bediend (volgens de fabrieksinstellingen).
Als u niet wilt dat de stroom automatisch wordt uitgeschakeld, stelt u
de "Auto Off"-instelling in op "OFF".
1. Druk op de [SETUP]-knop.
2. Druk op de [DELAY] (GENERAL)-knop.
3. Druk op de [VALUE]-regelaar om "AOF" te selecteren.
4. Draai de [VALUE]-regelaar om de waarde te wijzigen.
De stroom wordt niet automatisch
OFF
uitgeschakeld.
De stroom wordt automatisch uitgeschakeld na
10 uur sinds u de RC-202 voor het laatst hebt
ON
gebruikt om muziek af te spelen of sinds u het
apparaat hebt bediend.
5. Druk op de [SETUP] (EXIT)-knop om de instelling te
voltooien.
Phones-aansluiting
Sluit hier een hoofdtelefoon (apart verkrijgbaar) aan.
MEMO
U kunt het volume van de hoofdtelefoon afstellen (p. 13).
Het ritme alleen naar een hoofdtelefoon uitzenden
U kunt het ritme gebruiken als een kliktoon en het alleen naar de
hoofdtelefoon verzenden. Voor meer informatie raadpleegt u de
"Parameter Guide" (PDF).
Let op bij het uitschakelen van de stroom
De stroom mag nooit worden uitgeschakeld wanneer de
RC-202 zich in een van de volgende toestanden bevindt. Als
u dit doet, kunnen alle opgeslagen gegevens verloren gaan.
5 Tijdens het opnemen/overdubben/afspelen
5 Tijdens het ongedaan maken/opnieuw uitvoeren
5 Tijdens het wisselen/opslaan/verwijderen van een
frasegeheugen
5 Tijdens het uitvoeren van Factory Reset
5 Tijdens de aansluiting op een computer
Let op bij het gebruik van een microfoon
Als de luidsprekers en de microfoon zich te dicht bij elkaar
bevinden, kan geluid van de luidsprekers worden opgepikt
door de microfoon. Als u onder dergelijke omstandigheden
iets opneemt of overdubt, wordt ook het geluid van
).
p. 13
de luidsprekers dat wordt opgepikt door de microfoon
opgenomen. Plaats de luidsprekers en de microfoon uit
elkaar zodat geluid van de luidsprekers niet wordt opgepikt
door de microfoon.
Instellen van fantoomvoeding
Als u een condensatormicrofoon gebruikt die fantoomvoeding
vereist, schakelt u de fantoomvoeding in volgens de
onderstaande instructies.
1. Druk op de [SETUP]-knop.
2. Druk op de [BEAT] (I/O)-knop.
3. Druk op de [VALUE]-regelaar om "V48" te selecteren.
4. Draai de [VALUE]-regelaar om "ON" te selecteren.
5. Druk op de [SETUP] (EXIT)-knop om de instelling te
voltooien.
* WAARSCHUWING: Voorzorgsmaatregelen met
betrekking tot het gebruik van fantoomvoeding
Schakel fantoomvoeding altijd uit als u andere
apparaten dan condensatormicrofoons die
fantoomvoeding vereisen, aansluit.
U loopt kans op schade als u per ongeluk fantoomvoeding
levert aan dynamische microfoons, audioweergaveapparaten of
andere apparaten die geen fantoomvoeding vereisen. Controleer
de specificaties van microfoons die u wilt gebruiken door de
bijhorende handleiding te raadplegen. (De fantoomvoeding van dit
instrument: 48 V DC, max. 10 mA)
Basisbewerkingen
7