Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Een Frasegeheugen En Bank Selecteren; Display; Trackinstellingen; Een Frasegeheugen Opslaan - Boss RC-202 Gebruikershandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

Een frasegeheugen en bank selecteren

Een frasegeheugen selecteren
1. Druk op de [MEMORY]-knop.
2. Gebruik de [P. SHIFT] (1)–[DELAY] (8)-knoppen om een
frasegeheugen te selecteren.
Of:
Draai in het afspeelscherm de [VALUE]-regelaar om een
frasegeheugen te selecteren.

Display

Hierop ziet u
Startscherm (afspeelscherm)
diverse informatie
1-1
afhankelijk van de
bewerking die u
uitvoert.
Banknummer

Trackinstellingen

Hier kunt u het afspeelniveau en de afspeelmethode
van de sporen opgeven.
Het afspeelniveau afstellen
1. Druk op de [TRACK]-knop.
2. Draai de [VALUE]-regelaar om het
afspeelniveau af te stellen.
De afspeelmethode opgeven
1. Druk op de knop van de functie die u wilt
instellen.
Geeft normaal afspelen of
[REVERSE]-knop
omgekeerd afspelen op.
U kunt als volgt het opnemen/
[UNDO/REDO]-
overdubben voor een spoor
knop
annuleren.
[LOOP/1 SHOT]-
Geeft normaal afspelen in
knop
loops of eenmalig afspelen op.
2. Druk op de [TRACK]-knop om de instelling te
wisselen.

Een frasegeheugen opslaan

Als u een ander frasegeheugen selecteert of na het opnemen of bewerken van de
instellingen de stroom uitschakelt, gaan de opgenomen inhoud of de bewerkte
instellingen verloren. Als u de gegevens wilt behouden, moet u deze opslaan.
1. Druk op de [WRITE]-knop.
Nummer van het
2. Gebruik de [P. SHIFT] (1)–[DELAY] (8)-knoppen om het frasegeheugen op
frasegeheugen
de opslaglocatie te selecteren.
3. Druk op de [WRITE]-knop om het frasegeheugen op te
slaan.

Input FX, Track FX

U kunt respectievelijk effecten toepassen op de audio-invoer en het
geluid van de sporen.
Een effect inschakelen
Druk op de [P. SHIFT]–[DELAY]-knop om
deze te doen oplichten.
Een effect uitschakelen
Druk op de opgelichte [P. SHIFT]–
[DELAY]-knop om deze te laten doven.
Een effect controleren
Draai de [INPUT FX] / [TRACK FX]-regelaar.
Een effect bewerken
1. Druk op de [P. SHIFT]–[DELAY]-knop om deze te doen knipperen.
2. Draai de [VALUE]-regelaar om het type te selecteren.
3. Druk op de [VALUE]-regelaar om een parameter te selecteren en draai
de [VALUE]-regelaar om de waarde te bewerken.
4. Om de track te selecteren waarop het effect wordt toegepast, drukt u op
een [TRACK]-knop om deze te doen knipperen (alleen voor Track FX).
5. Druk op de [SETUP] (EXIT)-knop om terug te gaan naar het
afspeelscherm.
Input FX
P. SHIFT
LO-FI
RING
MOD
DELAY
Referentie
11
pagina
Voor meer informatie over de parameters raadpleegt u de "Parameter Guide" (PDF).
Een bank selecteren
1. Druk op de [MEMORY]-knop.
2. Draai de [VALUE]-regelaar om een bank te selecteren.
3. Gebruik de [P. SHIFT] (1)–[DELAY] (8)-knoppen om een
frasegeheugen te selecteren.
Of:
Selecteer in het afspeelscherm een bank door de [VALUE]-
regelaar te draaien terwijl u deze ingedrukt houdt.
Met dit effect kunt u de
toonhoogte wijzigen.
Met dit effect wordt het geluid
opzettelijk vervormd om het
een distinctief karakter te
geven.
Geeft een geluid een
metaalachtig karakter,
waardoor het lijkt alsof het
geluid onscherp wordt.
Voegt een vertraagd geluid toe
aan het oorspronkelijke geluid,
wat het meer diepte geeft of
speciale effecten creëert.
Basisbewerkingen
pagina
Indicaties van de effectknoppen
Paars knipperend * Bewerken
Paars opgelicht *
Aan
Rood opgelicht
Aan
Gedoofd
Uit
*: Effecten waarvoor de [INPUT
FX]/[TRACK FX]-regelaars
functioneren
Track FX
Het spoor wordt herhaaldelijk
BEAT
afgespeeld en loopt synchroon
met de maat.
Een filter verandert de
helderheid of zwaarte van
FILTER
het geluid door een specifiek
frequentiebereik af te snijden.
Onderbreekt het geluid
herhaaldelijk, waardoor een
SLICER
conventioneel geluid wordt
omgezet om de indruk van een
ritmische backing te maken.
Voegt een vertraagd geluid toe
aan het oorspronkelijke geluid,
DELAY
wat het meer diepte geeft of
speciale effecten creëert.
10
5

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave